In Zaandam ben ik geboren. Over onze familie is veel bekend en valt het nodige te schrijven. In deze publicatie haal ik een herinnering op.
De Boldootwagen en het skaithoisie
In de tijd dat ik als docent Bouwkunde werkzaam was, behandelde ik bij het ontwerpen van een woning ook het kleinste vertrek met mijn studenten. Onder andere de eisen waaraan deze ruimte volgens het Bouwbesluit moet voldoen. Soms als de gelegenheid zich voordeed vertelde ik hoe het nog geen vijftig jaar geleden was en hoe het zich afspeelde in de Zaanstreek.
Tekening: Hinne Terpstra (1988)
Beeldbank Zaansche Molen
Het was een krantenartikel uit het Noordhollands Dagblad met bijbehorende foto’s dat het tijdsbeeld vastlegde zoals wij in de vorige eeuw leefden. Deze publicatie ging over de aankondiging van een tijdelijke expositie. Een nagebouwd houten ‘skaithoisie’ op ware grootte met een origineel tonnetje en repen krantenpapier voerden de bezoekers terug in de tijd, toen het watercloset nog een onbekend fenomeen was in de Zaanstreek.
Overvolle huisjes
In die tijd woonden de fabrieksarbeiders dicht op elkaar in overvolle huisjes aan de Zaan of aan de paden langs vieze sloten met hun secreten (secreet of sekreet zijn ouderwetse woorden voor een toilet) en hun boenwallen. Over de Zaan kwamen en gingen Indische retourschepen van Den Helder naar Amsterdam. Het was een ideale voedingsbodem voor vreemde ziekten, vooral voor de Aziatische cholera. De Zaanstreek werd vier keer getroffen door een cholera-epidemie. De vierde epidemie (1866-67) was de ernstigste. De piek van de epidemie lag tussen 27 augustus en 4 september 1867 toen 103 Zaandammers ziek werden waarvan er 60 overleden. Maatregelen moesten worden getroffen om epidemieën in de toekomst te voorkomen. Het zou echter nog decennia duren voordat alle woningen aangesloten zouden worden op een rioolstelsel.
Boldoot
Ik zal ongeveer vijf jaar oud geweest zijn toen wij in onze huurwoning een watercloset kregen. Die luxe zal zeker een verhoging van de huur hebben betekend. Een huur die wekelijks werd opgehaald. Het aardige van het genoemde krantenartikel was dat de foto met de Boldootwagen van de tonnenophaaldienst precies voor ons huis was genomen, de Czaar Peterstraat 28 in Zaandam. De naam Boldootwagen vindt zijn oorsprong in de merknaam Boldoot, een in die tijd populaire Eau de Cologne.
Generaties zijn met de secreetjes opgegroeid. In 1874 werd in Zaandam het tonnenstelsel ingevoerd als alternatief voor de boven de sloot gebouwde skaithoisies. Waarschijnlijk kunt u hier een beeld bij vormen als de sloot bevroren was of als de buurvrouw in dezelfde sloot de was moest doen. Zaandam telde destijds 2400 tonnen, het was dan ook een pure milieumaatregel om de vervuiling van het oppervlaktewater te verminderen. Twee keer per week werden de volle tonnetjes omgewisseld voor een leeg exemplaar. Dat gebeurde per schuit, per handkar of met paard en wagen en later werden de eerste auto’s voor het ophaalwerk in gebruik
genomen. Al die tonnetjes werden afgevoerd naar een verzamelplaats van de gemeentereiniging aan de Westzanerdijk waar ze werden geleegd en gedesinfecteerd met het middel Creolien. Ons huis aan de Czaar Peterstraat bestond uit een voor- en een achterwoning van af de straat gezien. Achter deze achterwoning bevond zich onze schuur met daarin ons ‘skaithoisie’ Aangezien wij in de voorste woning woonden moest je altijd langs het huis van de achterburen voordat je een bezoek kon brengen aan het skaithoisie. Ons gezin bestond uit 6 personen en met een gemiddeld bezoek van zes maal aan ons heiligdom, liepen we per dag minstens zesendertig keer langs de ramen van de buren.
Boldootwagen (1927, Czaar Peterstraat 28 Zaandam)
(Foto Beeldbank Stadsarchief Zaanstad)
Het tonnenstelsel zou bijna honderd jaar standhouden. De beerput en de waterclosetjes verdrongen de tonnenophalers uit het straatbeeld. Pas in de zeventiger jaren hadden alle Zaanse huizen een op het riool aangesloten toilet. Zaankanters hadden een bijzondere fascinatie voor dit onderwerp. Het aantal Zaanse uitdrukkingen dat direct of indirect verwijst naar fecaliën is legio. Wat te bedenken van ‘wat zie je er bescheten uit’ voor iemand met een ongezonde huidskleur, of ‘een drol op een lappie’ voor een cadeautje dat niets om het lijf heeft. Een vrek kon rekenen op de weinig flatteuze uitdrukking ‘hai skait niet voor elleve en den is het nag dun’. Als dit onderwerp tijdens een verjaardag laat ter tafel kwam zei men dat laatste tot ‘Zaansbesluit’.
Bronnen
Noordhollands Dagblad
Beeldbank Stadsarchief Zaanstad
Beeldbank Zaansche Molen
Bij Uitstek, magazine van Heijstek Familiestichting
***