Een licht vergrijp, maar zwaar gestraft

Fred Heistek 21 april 2016

Waarom de schoonmoeder van Maarten Heijstek tot het Spinhuis werd veroordeeld en de raadselen rondom het genealogisch onderzoek.

Bij het samenstellen van een kwartierstaat zijn open einden onvermijdelijk maar geven aanleiding opnieuw op onderzoek te gaan waarbij enerzijds verschillende schrijfwijzen van familienamen de genealoog hinderlijk voor de voeten lopen maar anderzijds soms verrassende vondsten opleveren. Wat te denken van Maria Schotting?

Het verhaal begint bij Maria Selarioen die aanvankelijk gehuwd was met smidsknecht Hendrik Mickelenbeck [Mikkelenbik] [Mickelenberk] [Micklenbeek]* en na diens overlijden (1828) in Rotterdam met Maarten Heijstek [Heistek] trouwde. Beiden groeiden in armoede op, zoals valt af te leiden uit de Verklaringen van Armoede en de Bewijzen van Onvermogen die van beiden als bijlagen aan hun huwelijksdossier is toegevoegd.

Maria Selarioen is een dochter van Theodorus Selarioen [Celerio] [Sellerjo] [Zellerjo] [Sillerio] [Celeriaux] en van de Delftse Maria Schotting [Schatting] [Schotten] [Scholten]. Van die Theodorus Selarioen is achterhaald dat hij in Rotterdam de weduwe Maria Schotting trouwde en dat hij later op 6 maart 1837 in Eindhoven hun dochter Maria heeft laten dopen. Over Theodorus is vooralsnog niets meer te achterhalen.

Bij nader onderzoek in de Delftse Archieven komt Maria Schotting voor in de zogenoemde Crimineelboeken. In deze registers staan vonnissen die gewezen zijn door de Schepenen van Delft tussen oktober 1536 en februari 1811. Het meest voorkomende misdrijf is diefstal maar direct gevolgd door geweldpleging en overspel. Ook zijn er vermeldingen van lijkschouwingen met uitspraken omtrent de doodsoorzaak in bijgehouden. Maria Schotting komt in deze boeken een keer voor. Zie de afbeeldingen van de betreffende akte en de transcriptie daarnaast.

* tussen [ ] zijn de in documenten afwijkende naamnotaties weergegeven

In het kort samengevat: Maria Schotting werd op 5 augustus 1777 in Delft geboren en woonde aan het begin van de 19e eeuw nog in haar geboortestad. Sinds 30 september 1804 was zij gehuwd met de uit Gent afkomstige Gillis de Rijk. Zij was reeds weduwe van Pierre Celarid (ook bekend als Pierre Colaart).

Maria werkte in 1807 als wasvrouw in het Delftse Pesthuis dat na de Franse inval van 1795 geheel bestempeld werd tot militair hospitaal. Daar ontvreemde zij enige hemden en broeken en bracht deze naar een pandjeshuis om ze te belenen. Dit vergrijp bleef niet onopgemerkt met als gevolg dat zij in hechtenis werd gezet in ’t Steen, een Middeleeuwse gevangenis in de toren van het plaatselijke stadhuis. Een veroordeling door de Schepenen volgde.

‘t Steen

Voor het relatief lichte vergrijp werd aan Maria Schotting een lange en zware in hechtenisneming opgelegd. Voor de duur van drie aaneengesloten jaren werd zij gevangen gezet en te werk gesteld. Waarschijnlijk in het plaatselijke Spinhuis. In de tijd dat deze affaire speelde was het niet ongewoon dat recidivisten een steeds zwaardere straf kregen opgelegd. Hoewel dat vooralsnog niet kan worden aangetoond, zou het wel kunnen betekenen dat Maria eerder veroordeeld is geweest wat heeft geleid tot deze lange straf.

Het Steen

Maria Schotting overlijdt in Rotterdam op 18 juni 1834, zij werd 57 jaar. Op haar akte van overlijden wordt Dorus Celerio als overleden echtgenoot genoemd. Met andere woorden als alle samengebrachte informatie klopt, zou Maria Schotting is in haar leven driemaal weduwe zijn geworden. Eerst van Pierre Colaart, dan van Gillis de Rijk en tenslotte van Theodorus Selarioen (Dorus Celerio).

Reeds enige jaren overleggen de neven Wim en Fred Heistek (zij behoren tot de Rotterdamse familietak) over Theodorus Selarioen, speurwerk in plaatselijke archieven en in verschillende databases hebben vooralsnog niets meer opgeleverd dan wat hiervoor is vermeld. Het vermoeden bestaat dat de voorouders van deze Selarioen niet uit Nederland komen. Uit Vlaanderen of een andere streek? Misschien dat Wim of Fred daar ooit achter komt.

In de tijd (1837) dat Maria Selarioen en Maarten Heijstek wensten te trouwen, dienden zij daarvoor toestemming te krijgen van wederzijdse ouders. Arie Evertse Heijstek, de vader van Maarten, was reeds overleden. Moeder Bela van Wingerden verleende wel toestemming.

Maria Schotting, de moeder van Maria Selarioen was in 1837 ook al overleden. Van haar vader is geen huwelijks toestemming terug te vinden. Wel wordt in het Rotterdamse Archief en wel in het huwelijksdossier van Maria Selarioen met Maarten Heijstek, een document van 30 oktober 1836 bewaard waarin door getuigen is vastgelegd dat Theodorus Selarioen reeds enige jaren uit het gezin afwezig is en dat zijn dood wordt verondersteld. Helaas is de inkt van het document sterk verbleekt waardoor meer relevante informatie er niet uit kan worden gelezen.