Van Werkendam naar Dordrecht en nog veel verder, deel 1

Uit het leven van Marinus Heijstek

In een eerdere publicatie op dit weblog liet ik u het portret zien van mijn vader Kommer Marinus Heijstek en zijn vrouw Jozina Heijstek-Cornegé. Ik eindigde met de belofte terug te komen op het verblijf van het gezin van enkele jaren in Nieuw-Guinea (toen nog behorend tot Nederlands-Indië) en ook het verongelukken van Marinus in 1954 daar. Alvorens hiermee verder te gaan leek het mij wel zo aardig om van mijn vader zowel als mijn moeder enkele biografische gegevens te memoreren.

Peter Heijstek, 1871-1918

Mijn vaders stamboom gaat met zekerheid zeven generaties terug tot Evert Heijstek – waarschijnlijk geboren rond 1680 en getrouwd met Leijntje Craylo. Nu sla ik enkele eeuwen over en kom dan bij zijn grootvader Peter Heijstek senior, 1838 –1918 getrouwd met Cornelia Schaddelee 1839 –1910, zij kregen twaalf kinderen, waarvan er zes volwassen zijn geworden. Een van hen was Peter Heijstek 1871–1918, hij trad in het huwelijk met Neeltje van der Schuit 1870–1937. Zij kregen zes kinderen:

  1. Peter Cornelis          1894-1915, geboren te de Werken en Sleeuwijk
  2. Cornelis Pieter         1895-1918, geboren te de Werken en Sleeuwijk
  3. Pieter                        1897-1963, geboren te de Werken en Sleeuwijk
  4. Arie                          1899-1970, geboren te de Werken en Sleeuwijk
  5. Cornelia                    1903-1918, geboren te de Werkendam
  6. Kommer Marinus     1905-1954, geboren te de Werkendam (mijn vader)

Mijn vader werd altijd Marinus genoemd, want Kommer vond hij zo verdrietig klinken. Zijn grootmoeder van moederszijde heette Kommerina van der Schuit, vandaar de naam.

In het jaar 1910 vestigden Peter en Neeltje Heijstek van der Schuit zich in Dordrecht. Voor die tijd voer Peter als machinist op een schip. Er is een vage bruine fotokaart van hemzelf verzonden uit Altona (de haven van Hamburg). De kaart is gericht aan zijn vrouw en gedateerd 1907. Ik heb het vermoeden dat hij daar ging werken bij de Lips Slotenfabriek. In het jaar 1918 is hij overleden ten gevolge van de Spaanse griep, evenals zijn enige dochter, zijn tweede zoon Cornelis en zijn eigen vader Peter Heijstek Sr. In een jaar tijd met korte tussenpozen verzorgde en verloor mijn grootmoeder een deel van haar naasten. De Spaanse griep was een vreselijke epidemie.

Toen zij pas in Dordrecht woonde had zij nog een poosje een waterstokerij op de Riedijk. Ook zoiets wat we in deze moderne tijd niet meer kennen. Mijn vader ging na de lagere school bij een timmerbedrijf aan het werk als ‘krullenjongen’, dat wil zeggen het opruimen van de houtkrullen, zaagsel en schaafsel. Dit was ook het begin van zijn beroepskeuze en opleiding tot Meester-timmerman.

Neeltje Heijstek trouwde in 1920 opnieuw met een weduwnaar uit Zeeland, die ook bij de Lipsfabrieken werkte en die waarschijnlijk een bevriende collega van haar man was geweest. Ik heb bij de firma Lips geïnformeerd of er een personeelsarchief bestaat uit deze periode om wat meer exacte informatie, maar het antwoord was negatief. Ook haar zoon Arie Heijstek werkte vele jaren bij dezelfde firma.

Familie Cornegé

Werkendam ligt aan de Merwede en heeft tegenwoordig enkele havens. Aan de overkant van de rivier ligt het dorp Hardinxveld-Giessendam verbonden door een veerpontje. In 1911 werd onze moeder Jozina Cornegé daar geboren. Zij was het tweede kind van Philippus Cornegé en Marigje Bleijenberg, ook zij hadden zes kinderen. De overeenkomst tussen beide dorpen is dat de inwoners grotendeels ‘buitenaf’ werkten. Werkendam dat ook wel ‘de vrouwenhemel’ werd genoemd vanwege de lange afwezigheid van de mannen die gedurende de zomer in de Biesbosch werkten, maar ook in verre buitenlanden, als rijswerker in China en Argentinië . Zie hiervoor de boeken van de schrijfster Nel van As uit Werkendam (o.a. Meuzikken in Shanghai). Ik denk aan de foto van mijn grootvader uit Hamburg en wie weet waar hij nog meer is geweest. Was ik destijds maar wat nieuwsgieriger geweest en had ik mijn vader of zijn broers daar eens naar gevraagd!

De familie Cornegé in Giessendam, afstammend van Franse Hugenoten, was ook bepaald niet honkvast. Grootvader Filippus maakte verschillende reizen naar China, in welk beroep is onbekend. In Zuidwest Afrika werkte hij als heibaas met diverse familieleden uit Sliedrecht. Verder werkte hij in Frankrijk en later aan de Zuiderzeewerken. Diverse ansichtkaarten getuigen hiervan. De grootvader van mijn moeder nam vele jaren deel aan de oorlog in Atjeh-Sumatra. Anderen werkten ook `s zomers in de Biesbosch en maakten `s winters hoepels. Dat zijn geschilde wilgenhouten ringen rondom houten vaten. Jozina moest ook na de lagere school gaan werken bij verschillende mensen als huishoudelijk hulp. Doorleren was er zowel voor mijn vader als moeder niet bij.

Kommer Marinus Hijstek “Meester in het Timmeren”

Onze ouders ontmoetten elkaar in Dordrecht en zij trouwden in 1934, ondanks dat het crisistijd was en mijn vader mogelijk werkloos zou worden. Ze gingen op de Spuiweg 21 wonen boven een fotografiewinkel. Papa was inmiddels klaar met zijn opleiding tot een echte timmerman en er waren ook twee dochters geboren. Het liefst had hij een eigen bedrijfje begonnen, maar de tijd was daar niet zo gunstig voor. Toen de oorlog uitbrak begon hij bij de Tomadofabriek in Zwijndrecht. Mijn ouders waren inmiddels verhuisd naar de wijk Krispijn. Een hoekhuis met een tuintje in de Breitnerstraat. Daar kregen zij nog een zoon en wij een broertje.

Wordt vervolgd