Een schavuit die wel kon schrijven

Het is dinsdag 19 juni 1855 als de 21 jaar jonge Adriana Mullaard in haar kraambed in Oud Beijerland bevalt van een zoon. Willem Jacobus is dan geboren. Adriana is gehuwd met Jacobus Willem Heijstek, zij zal hem in de jaren hierna nog negen kinderen schenken.
Willem Jacobus groeit op in het gezin om dat op zijn vierentwintigste levensjaar te verlaten als hij op 19 februari 1879 in Rotterdam in het huwelijk treedt met de uit Vianen afkomstige Adriana Gerdina Wilhelmina Lambrechts. Het huwelijk zal zonder kinderen blijven. Willem Jacobus overlijdt in 1934 in Rotterdam en zijn echtgenote verlaat deze wereld acht jaar later. Zij woonde toen in Renkum. De combinatie Heijstek-Lambrechts had er een leven langs de rand van de samenleving opzitten, een gezin van list en bedrog. Ze lieten geen nabestaanden achter, zodat we vrijelijk over hun gedrag durven te schrijven.

Dat Willem zich na zijn huwelijk in Rotterdam vestigde mag worden aangenomen maar is niet met zekerheid te achterhalen. Wel dat hij daar in 1900 terugkeerde om te gaan wonen aan de Generaal van der Heidenstraat 28. Twee jaar later vertrok hij naar Utrecht, keerde weer terug naar Rotterdam, verwisselde opnieuw de havenstad met Utrecht om in 1903 in Groningen te gaan wonen en later weer in de gemeente Portugaal bij Rotterdam. Wie enig speurwerk verricht komt vele adressen van hun tegen in tal van andere steden waaronder Den Haag en Amsterdam. Tussendoor verbleef Willem Jacobus enige tijd in Hoorn, dat was geen vrije keuze van hem, hij leefde daar in ernstige beperkingen. Waarover later meer. Het vele verhuizen van het gezin zal er mede mee te maken hebben dat beiden kermisreizigers waren. Ze reisden met een nougat-kraam door het land.
Verwarrend
In de historische couranten aan de hand waarvan deze bijdrage is geschreven, komen onduidelijkheden voor die vooralsnog niet verklaarbaar zijn. Zo wordt er beweerd dat ook de vader van Willem Jacobus deelgenomen zou hebben aan duistere praktijken. Echter de daarbij aangehaalde leeftijd alsmede de weergegeven voorletters van de vader zijn niet correct. In een ander artikel staat weer dat Willem Jacobus zou hebben samengewerkt met zijn broer Dirk Pieter. Zijn naam komt in meerdere publicaties voor. Of ooit is aangetoond dat “DP” onrechtmatige handelingen heeft verricht dan wel veroordeeld is geweest, is niet duidelijk geworden.

Ieder mens heeft zo zijn eigen eigenaardigheden. Zo ook Willem en Adriana. Zij hielden er een meer dan merkwaardige gewoonte op na. Ze bestelden en namen veel goederen bij leveranciers af, maar “vergaten” structureel die te betalen. Ter illustratie volgt de tekst uit “de Rijnbode” van 24 juni 1883.
De Haagsche politie waarschuwt het publiek om op zijn hoede te zijn bij het aanknopen van handelsbetrekkingen met Willem Jacobus Heijstek, ook handelende op de naam Lambrechts (den naam zijner vrouw), wonende te ’s Gravenhage, Wateringschestraat 83, sedert April 11. en vroeger te Rotterdam, waar ook tegen hem gewaarschuwd werd.
Artikelen met een vergelijkbare inhoud werden aan het einde van de negentiende eeuw in vele dagbladen gepubliceerd. Vaak werden beiden als keurige personen beschreven. Zoals in het Leids Dagblad waarin letterlijk staat: W.J. Heijstek is 27 jaar oud, als heer gekleed, en zijne vrouw is 23 jaar oud, als dame gekleed.

De ene waarschuwing volgt de andere op. De Schiedamse Courant uit 1885 schrijft: “Naar aanleiding van eene ervaring door den heer C. Bal te Rotterdam opgedaan, maakt de commissaris der 3e afdeling de waarschuwing openbaar, dat zich in de Van Meeckerenstraat 106 aldaar heeft gevestigd W.J. Heijstek, wiens vrouw heet A.G.W. Lambrecht.” De hier aangehaalde commissaris was zijn tijd ver vooruit. Tegenwoordig worden criminelen hinderlijk gevolgd om te voorkomen dat zij opnieuw de wet overtreden. Deze Rotterdamse commissaris liet een agent posteren in de straat waar Willem Jacobus was gaan wonen. De agent had de opdracht meegekregen een ieder aan te spreken die bij de woning van Heijstek wilde aanbellen en te wijzen op het hoogst ongebruikelijke gedrag van onze naamgenoot.
Deze en vergelijkbare berichten zijn in couranten uit het gehele land terug te vinden. Of er werd verslag gedaan naar een onvriendelijke bejegening van hem door boze leveranciers. De beruchte koopman Heijstek, op wien kort geleden door het Haagsche publiek de lynchwet is toegepast, heeft nadat hij zeer kort te Nieuweramstel een schuilplaats had gezocht, zich meterwoon te Amsterdam gevestigd in de Boomstraat 14, op een achterkamer en weder een handelszaak geopend op naam van zijne vrouw Lambrechts. Zie kader.
Met de dood bedreigd
Omtrent de standjes, die eergisteren in Den Haag plaats hadden bij gelegenheid van de verhuizing van de beruchte Heijstek, deelt het Vaderland het volgende mede: eerst werd in de loop van den avond de vader van Heijstek, te Rotterdam woonachtig, in de Veenestraat door het volk omsingeld en zeer onvriendelijk bejegend. De man, die voorgaf voor zaken uit Rotterdam te zijn gekomen, toevallig zijn zoon te hebben ontmoet, en afkerig beweert te zijn van diens zaken, werd niettemin door het volk voor een handlanger in diens kwade praktijken gehouden. Men schopte en sloeg hem, zodat hij zich onder bescherming van de politie moest stellen en zijn toevlucht in het commissariaat moest nemen. Niet veel later had men op de Noordwal Heijstek zelf met een verhuiswagen ontdekt. Op hem wilde de verwoede menigte schijnbaar de lynchwet toe passen. Men wierp hem met stenen, sloeg en trapte hem, – men dreigde zelfs hem te vermoorden en zijn boel in de vaart te werpen. Gelukkig kwam ook hier de politie tussenbeide om de aangevallene bescherming te verlenen. In de Rijswijksestraat ging het de hele avond ruw aan toe. Nu eens werd Heijstek zelf, dan weer diens vader aangevallen en vervolgens een man, die door de menigte als zijn “boekhouder” werd aangewezen en dien men verweet dat hij een crediteur van zijn patroon had bedreigt met een dolk.

De duistere handel waarmee beiden zich bezighielden omvatte ondermeer het kopen en niet betalen van vijgen, karpetten, vloerkleden, nootmuskaat en bijvoorbeeld parapluis.
Slim was Heijstek blijkbaar wel. Zo staat er in een oude courant “…. Firma Heijstek & Co, tegen welke reeds dikwijls door de politie proces-verbaal was opgemaakt. Deze firma is echter tot nu toe telkens op het randje van aan de straffende hand van het gerecht ontkomen……….”.
Toch kwam er gerechtigheid. Het handelen van Willem Jacob kon niet en bleef niet onbestraft. Op zijn dertigste jaar werd hij in het “Huis van Correctie en Arrest Hoorn” gedetineerd. Ondanks de naam van de gevangenis liet het gedrag van Willem Jacobus zich niet corrigeren. Integendeel zelfs, hij ontmoette er J.J.Th. Klumpers. Nadat beiden uit detentie waren ontslagen, werden zij partners in crime en hadden in de jaren daarna veel affaires die niet door de beugel konden. Waaronder valsheid in geschriften.
Het is 1885 als beiden voor de rechter komen te staan wegens het doen van bestellingen onder valse naam en die vervolgens ook niet te betalen. In deze zaak worden tien getuigen gehoord. Beide verdachten ontkennen alle beschuldigingen. De officier van justitie was daar niet van onder de indruk en eist voor ieder een gevangenisstraf van twee jaar. De rechter oordeelt echter dat hij het als een dusdanig ernstig vergrijp ziet en besluit de straf te verdubbelen en veroordeeld beiden tot een detentie van vier jaar. Het zal niet bij deze opsluiting blijven. Ook later werden opnieuw gevangenisstraffen opgelegd.
In het jaar 1889 kreeg Willem Jacobus weer eens ontslag uit de gevangenis in Leiden. In de daarvoor opgemaakte gerechtelijke stukken staat: “Willem Jacobus Heijstek, oud 33 jaar, koopman, gehuwd, protestant, geboren te Oud-Beijerland, laatst gewoond hebbende te Rotterdam, lang 1.72 meter, werd veroordeeld door het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland, 1 juni 1872 en 21 augustus 1874 wegens diefstal, door het gerechtshof te ’s-Gravenhage 8 juni 1882 wegens mishandeling, door hetzelfde hof 10 juli 1885 in hoger beroep van een vonnis der rechtbank te Rotterdam d.d. 28 mei 1885, resp. tot 2 en 3 jaar gevangenisstraf, 1 maand celstraf en 4 jaar gevangenisstraf. Hij wordt op 31 mei a.s. uit de strafgevangenis nabij Leiden ontslagen en zal zich ter ontvangst zijner uitgaanskas naar Rotterdam begeven. Zijn gedrag in de gevangenis was zeer goed. Hij was in het begin blikslager, later als reiniger werkzaam. Hij kan schrijven.”
Het laatste wat we hebben kunnen achterhalen is dat op een kermis ergens in het oosten van het land, een nougatkraam van een W.J. Heijstek geheel door brand was verwoest. Wat hij daarna is gaan doen? We weten het niet.
Samen met echtgenote Adriana Gerdina Wilhelmina Lambrechts was Willem Jacobus Heijstek, zoals wij dat nu noemen een veelpleger. Het is niet aan ons moraliserend te schijven over zijn daden en wat hij samen met zijn vrouw op zijn kerfstok had. Wat gebeurd is, is gebeurd. Zijn manier van zaken doen verdedigen we niet maar signaleren wel dat dit echtpaar de publiciteit ruimschoots hebben bereikt. Vast staat dat deze oom door de rechter meer dan eens voor zijn daden is veroordeeld en is vastgezet. Hoe dan ook, Willem Jacobus Heijstek was een bijzonder mens; een schavuit die ook kon schrijven.
Deze publicatie is mede tot stand gekomen dankzij veel speurwerk gedaan Wim Heistek uit Rotterdam.