Interesse in de Heijstek-stamboom is wereldwijd, deel 1

Wim Heistek 1 augustus 2024

Tot zo’n veertig jaar geleden wist ik niet beter dan dat iedereen wiens naam niet als Heistek werd geschreven geen familie van mij kon zijn. Meerdere malen was ik toen al in contact gekomen met anders geschreven naamgenoten en als we dan over onze familie spraken was al snel de wederzijdse reactie: “neen hoor, we zijn geen familie van elkaar”. Jaren later zou blijken dat in veel gevallen dat toch wel iets anders lag.

Voorbeelden uit die tijd zijn er legio. Ik sprak in de Rotterdamse scheepvaartwereld soms met een Heijstek, ik speelde een tenniswedstrijd en mijn tegenstander was, u raadt het al, Heijstek. Ook was ik voor zakelijke bezoeken wel eens bij bedrijven in Heusden en Giessen en vertelde men mij daar dat er zoveel Heijstekken in hun bedrijf werkten. En dan waren er nog de ooit in Rotterdam en omstreken bekende Heijstek poffertjes-en wafelbakkers en waardoor ik niet zelden de vraag kreeg: “familie van de poffertjes?” Hoe meer ik er nu over nadenk, hoe meer voorvallen mij te binnen schieten, sommige zelfs met een wat humoristische inslag.

Maar als er dan eens een match was in de naam, was er soms de onwetendheid en erger nog de desinteresse. Ooit had mijn vrouw als lerares een leerlinge Heistek in haar klas, die zij jaren later weer ontmoette bij een tenniswedstrijd. Ik had wat gegevens meegegeven om de familiebanden te tonen toen de afknapper van naamgenote kwam: “maar familie boeit me helemaal niet”.

Hoe het ook zij, tot in de tachtiger jaren wist ik van onze stamboom weinig tot niets, het was ook geen groot issue in de familie. Dat veranderde toen ik bij toeval in het Rotterdams Gemeentearchief (nu Stadsarchief geheten) kwam. Ik kreeg daar een aantal boeken onder ogen met verrassend veel informatie over mijn naamgenoten en bijna-naamgenoten, plotseling was mijn interesse gewekt. De toen grootste ontdekking was toch wel dat tot en met mijn overgrootvader Maarten Johannes (van 27 februari 1843) onze achternaam ook als Heijstek werd geschreven. Uit nog weer meer onderzoek bleek dat de personen die ik eerder had ontmoet ook de in Bergeijk geboren en rond 1570 in Uitwijk wonende Lodewijk als stamvader hadden. Oh ja, we spraken toen nog over Lodewijk uit Uitwijk. De familie werd zelfs nog groter dan gedacht want ook achternamen als Heystek en Hijstek konden worden bijgeschreven.

Dat er in de ruim vijf eeuwen tussen 1570 en heden nog weer zaken passeerden die een ander licht werpen op de afstamming is een gegeven dat beschreven wordt in een door Fred Heistek op dit weblog geschreven artikel met als onderwerp de onwettige kinderen in ons familiebestand.

Als je eenmaal met het onderwerp stamboom bezig bent wil je ook steeds meer weten. Door de jaren heen kwam ik in contact met naamgenoten, zowel van de ei-takken als die van de eij en ey en bleek dat ver voor mij er al personen waren die zich bezighielden met het zoeken naar hun afkomst. Dat waren toch de pioniers in een tijd dat het woord digitaal nog niet werd gebruikt en alles nog fysiek moest worden onderzocht door middel van bezoek aan archieven. Hun bevindingen, soms alleen hun pogingen daartoe, op een rijtje.

Was Maarten Johannes Heistek de eerste onderzoeker?

Ooit maakte mijn vader een opmerking die ik klaarblijkelijk ergens in mijn geheugen had opgeslagen. Hij vertelde gehoord te hebben dat onze familie vroeger uit Noord-Brabant kwam. Geen plaats, geen tijd, geen namen, zomaar een losse mededeling uit een tijd dat we ons niet bezighielden met onze afkomst. Pas aan het begin van deze eeuw moest ik er weer aan denken toen ik in contact kwam met Ludy (voluit Ludovica Cecelia Sophia), een in de U.S.A. wonende achternicht. Zij vertelde mij het verhaal van het zogenaamde “Heistekhuis” aan de Baan 68 in Rotterdam, waaraan ik op 31 oktober 2014 een publicatie op dit weblog wijdde.

De Baan van wat er over was na het bombardement

Daarbij vertelde ze mij ook het verhaal dat haar vader Maarten Johannes Heistek (van 18 december 1872) al voor de oorlog op zoek was gegaan naar zijn voorouders, hiermee een aardig eind was gevorderd en alles netjes op papier had gezet. Het pand aan de Baan werd tijdens het Duitse bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 echter volledig verwoest en alle documenten waren verloren gegaan. Ik vermoed dat Maarten de eerste is geweest die iets van onze stamboom had uitgezocht en dat mijn vader (ook Maarten Johannes genaamd) van hem had gehoord dat de voorouders uit Noord-Brabant kwamen. Ik heb het hem nooit meer kunnen vragen, hij was al overleden voordat ik mij bezig ging houden met stamboomonderzoek.

Stamboomonderzoek, zelfs in de oorlogsjaren

In oorlogsjaar 1943 was het de toen in Apeldoorn wonende Henri Willem Pieter Heijstek (van 24 oktober 1904) die een poging wilde wagen zijn stamboom uit te zoeken. Daartoe schreef hij aan zijn Rotterdamse neef Jan Cornelis Heijstek onder andere:

 “Ik heb het plan opgevat om ook eens iets na te sporen over de herkomst van de familie Heijstek. Ik weet niet in hoeverre je je hiervoor interesseert of al vroeger eens gegevens hebt verzameld maar misschien zou je zo vriendelijk willen zijn mij wat op weg te helpen, waartoe je uit hoofde van je functie van Gemeenteambtenaar bij uitstek in de gelegenheid bent.”

Het resultaat was voor Henri zeker teleurstellend, want vooral door de oorlog was het uitermate moeilijk aan gegevens te komen, hetgeen ook bleek uit het antwoord van neef Jan: “Ik had natuurlijk de hulp van collega’s ingeroepen, die mij werkelijk ter wille zijn geweest, maar op zeker moment kon men mij geen medewerking meer verlenen. De reden hiervan was niet alleen dat verdere gegevens bij de Burgerlijke Stand hier ter stede ontbreken, maar ook dat verdere inlichtingen zonder toestemming niet verstrekt mogen worden.”

Wordt vervolgd