Heijstek schaduwkinderen

Fred Heistek 1 juni 2024

Ook in de Heijstek familie is het geregeld voorgekomen dat kinderen uit hetzelfde gezin dezelfde voornaam dragen. Dan mag je aannemen dat het oudste kind is overleden voordat zijn/haar broer of zus werd geboren. Die voornamen werden namelijk weer hergebruikt. In zo’n geval spreekt men van schaduwkinderen. Echter, een andere definitie geeft aan dat het betreffende kinddat op de tweede plaats komt omdat een ander kind in het gezin meer aandacht nodig heeft.

Jan Havicksz Steen (1868) [foto Rijksmuseum Amsterdam]

Ouders zijn tegenwoordig creatief in het geven van namen aan hun kinderen. Wettelijke regels daarvoor zijn verruimd. In vroeger tijden was het gebruikelijk dat kinderen werden vernoemd naar een familielid. Er waren ongeschreven vernoemingsregels voor ouders die hun kind een naam moesten geven. Deze regels dienden in sommige families streng te worden gevolgd. Afwijkingen daarvan konden aan de basis staan van langdurige familieconflicten. Aangetekend dient te worden dat vernoemingen op basis van deze regels in de Heijstek familie nauwelijks zijn voorgekomen. Vernoemingen naar (voor)ouders in algemene zin kwamen en nog komen steeds voor. Als voorbeeld: een vernoeming naar stamvader Lodewijk Heijstek (1570) komt veelvuldig in de Heijstek-stamboom voor. Bijna tachtig personen dragen zijn voornaam. Soms in combinatie met andere voornamen of als patroniem.

Gewoonteregels

Al vanaf de middeleeuwen kregen kinderen meestal dezelfde voornaam als een familielid. Hoewel in veel mindere mate gebeurt het hier en daar nog steeds. Het wil zeggen dat een kind dezelfde voornaam kreeg als een bepaald familielid. Daar bestonden ongeschreven regels voor ofwel gewoonteregels. Het werd vooral gedaan om hun voorouders door te laten leven in hun eigen kinderen.

Zo werd de eerste zoon vernoemd naar de grootvader van vaders kant.
De tweede zoon naar de vader van moederskant.
De derde zoon naar een oom, oudste broer van vader.
De vierde zoon naar een oom, moeders oudste broer.
De vijfde zoon naar een oom, vaders tweede broer.
De zesde zoon naar een oom, moeders tweede broer.
Enzovoort.

Voor dochters waren overeenkomstige gewoonten.
De eerste dochter werd vernoemd naar de grootmoeder van moeders kant.
De tweede dochter naar de grootmoeder van vaders kant.
De derde dochter naar een tante, oudste zus van moeder.
De vierde dochter naar een tante, oudste zus van vader.
De vijfde dochter naar een tante, tweede zus van moeder.
De zesde dochter naar een tante, tweede zus van vader.
Enzovoort.

Bij zonen had vaders familie dus voorrang en bij dochters de familie van moeder. Zoals altijd zijn er uitzonderingen op de regels. Overleden familieleden kregen geregeld voorrang bij het vernoemen. Kinderen die geboren werden na het overlijden van de vader werden vaak naar de vader genoemd (soms ook als het een meisje was). En als de moeder overleed in het kraambed, werd het kind vaak naar haar genoemd (soms ook als het een jongen was).

Echter, de naam van overleden familieleden moest altijd als eerste worden vernoemd. Zodat een kind die vernoemd zou moeten worden naar zijn opa van vaderskant, door het eerder overlijden van de opa van moederskant daarnaar werd vernoemt.

Broers of zussen met dezelfde voornaam

Wat vaak voorkomt is dat kinderen uit hetzelfde gezin dezelfde voornamen hebben. Het tweede (soms het derde of vierde kind) kwam zo in de schaduw van het overleden broertje of zusje te staan.

Voorbeelden Heijstekfamilie

Pieter Heijstek (1848-1919) en zijn vrouw Maria Heijstek (1851-1932), een verre neef en nicht van elkaar omdat zij Jan Willemsz Heijstek [1743-1817] als gezamenlijke voorvader deelden, waren de ouders van dertien kinderen.

Mattheus Heijstek (1872–1914)
Abraham Heijstek (1875–1918)
Jan Heijstek (1876–1877)
Catharina Heijstek (1878–1878)
Jan Heijstek (1879–1880)
Jan Heijstek (1881–1945)
Pieter Heijstek (1884–1967)
Johannes Heijstek (1885– ?)
Willem Heijstek (1887–1962)
Christiaan Heijstek (1889–1907)
Catharina Heijstek (1891– ?)
Marinus Heijstek (1892–1893)
Maria Heijstek (1897–1982)

Uit deze reeks is op te maken dat de ouders de voornamen van hun kinderen niet hebben gegeven op basis van voornoemde gewoonteregels, maar wel dat zij namen van vroeg overleden kinderen hebben laten terugkomen. Zo is de naam Jan Heijstek (1876-1877) na diens overlijden teruggekomen bij Jan Heijstek (1879-1880) en na het overlijden van laatstgenoemde is de naam over gegaan naar Jan Heijstek (1881-1945).

Ook zus Catharina (1878-1878) is hernoemd.

Gezin Heijstek-De Ruijter

Lodewijk Heijstek (1765-1826) en Jenneke de Ruijter (1765-1830) kreeg vijf kinderen.

Jacoba Heijstek (1794-1795)
Jan Heijstek (1795-1856)
Peter Heijstek (1798-1799)
Peter Heijstek (1800 – ?)
Jacoba Heijstek (1806-1845)

Door de ouders zijn zowel de eerstgeboren dochter Jacoba als de eerstgeboren zoon Jan herbenoemd.

Gezin Heijstek-Wante

Abraham Heijstek uit Colijnsplaat die trouwde met Paulina Wante kreeg met haar veertien kinderen.

Jan Heystek (1814-1895)
Dirk Heijstek 1816-1816)
Dirk Heijstek (1817-1892)
Joppa Heijstek (1818-1827)
Heijstek (1820 levenloos geboren)
Leendert Heijstek (1821-1821)
Leendert Heijstek (1822-1822)
Cathlientje Heijstek (1824-1825)
Leendert Heijstek (1826- 1854)
Abraham Heistek (1827-1827)
Joppa Heijstek (1829-1840)
Abraham Heijstek (1834-1835)
Abraham Heijstek (1836-1906)
Katalijntje Heijstek (1838-1840)

De voornamen Dirk, Joppa, Leendert en Cathalientje/Katalijntje gebruikten zij ieder tweemaal en de naam Abraham zelfs driemaal.