
Mijn vader Bastiaan Heijstek was het negende van de elf kinderen die grootvader Bart bij zijn vrouw verwekte. Vader werd op 20 april 1901 in Willemstad geboren en overleed in Dordrecht op 22 februari 1983.
Dordrecht was een moderne stad aan het worden met zelfs een paardentram. Tot ver in de 20e eeuw was het ook garnizoensstad. Allesbij elkaar niet vreemd dat een Heijstek daar graag wilde wonen.
Wereldoorlog 14-18
Het waren roerige tijden in de ons omringende landen en ver daar buiten. Nederland was dan neutraal in het grote conflict dat speelde en was voor vluchtelingen wat je noemt een veilig oord. In het bijzonder voor onze zuiderburen.
Nadat de buitenste fortengordel ten oosten van Antwerpen door de Duitsers was veroverd, werd de bevolking aangespoord de stad zo snel als het mogelijk is te verlaten
Deze aansporing om te vluchten werd door tienduizenden Antwerpenaren opgevolgd. Zo werden alle treinen richting Nederland bestormd. Anderen trokken ook te voet met handkarren e.d. naar Nederland, of konden een plekje op een stoomboot vinden.
Tienduizenden passeerden Dordrecht met de boot en reisden naar opvangkampen, zoals in Nunspeet en Ede. Vele andere boten meerden aan de kaden af en zochten in Dordrecht een toevluchtsoord. Het kan niet anders zijn dan dat mijn ouders deze tragiek hebben meegemaakt.
Gezin Heijstek – Van Valen
In Dordrecht, op 22 december 1921 trouwde Bastiaan Heijstek met Adriana Maria van Valen, die op 27 augustus 1902 in Dubbeldam was geboren en die in Zwijndrecht overleed op 4 maart 1993. Zowel mijn vader als mijn moeder waren van huis uit Gereformeerd. Vader werkte als landarbeider bij boer Molendijk, wiens boerderij aan het einde van de Mariastraat stond met links daarvan de Algemene Begraafplaats. Rechts op deze foto is het arbeidershuisje zichtbaar waar het gezin Heijstek woonde. Achter de boerderij was alles landbouwgrond tot aan de Krispijnseweg met daarachter de wijk Krispijn, een stadswijk ten zuiden van het stadscentrum.
In de tijd dat mijn ouders in Krispijn kwamen te wonen, was dat de eerste stadsuitbreiding ten zuiden van de spoorlijn. De bouw startte omstreeks 1915. De naam Krispijn is ontleend aan de Krispijnseweg, een voormalige landweg, en de daaraan gelegen Uitspanning Krijspijn, die tot 1904 op het landgoed van de zeventiende-eeuwse edelman Crispijn van Outgaerden lag. Krispijn was lange tijd een echte volksbuurt.
Op één van de foto’s, waar mijn vader aan het werk is, is de Julianakerk van de Gereformeerde Gemeente te zien. Hier werd ‘s zondags twee maal gekerkt. Deze kerk werd later verkocht aan de Oud-gereformeerde Gemeente Dordrecht omdat aan het einde van de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig de nieuwe wijken Sterrenburg 1 en 2 werden gebouwd en veel leden vanuit de wijk Krispijn naar de nieuwbouw verhuisden, waar de Stefanuskerk werd gebouwd.
Wanneer precies is niet duidelijk, maar de boerderij en landbouwgrond van boer Molendijk werden onteigend. Dat moet voor 1940 geweest zijn. Ik herinner me dat toen de oorlog uitbrak, ik als kind van vijf jaar achter de gordijnen stond te gluren naar de straatgevechten in de Jozef Israëlstraat in Krispijn. In die tijd werkte mijn vader bij boer De Jongh de Leeuw, die zijn boerderij had aan de Reeweg Zuid tegen de Dordtse Biesbosch aan.
Wellicht door de oorlog zijn veel gemeentelijke plannen opgeschoven en begin 1948 is op de grond waar vader werkte het Weizigtpark aangelegd. Dit park werd vernoemd naar de villa Weizigt, een buiten uit het verre verleden. Alles ten oosten van het Weizigtpark is thans tot aan de Wieldrechtse Zeedijk bijna volgebouwd en een volgende nieuwbouwwijk ontstaat ten noorden van de provinciale weg, richting de pont van Werkendam.
Wordt vervolgd.
Lees ook:
Naamgenoten in Dordrecht en omgeving, deel 1
Naamgenoten in Dordrecht en omgeving; deel 2
Naamgenoten in Dordrecht en omgeving; deel 3
Naamgenoten in Dordrecht en omgeving; deel 4