Lodewijk Heistek is geboren op 4 april 1885 in Zaandam en is een zoon van Jan Heistek en Bartje Bogaard. Hij overleed op 20 april 1954 op 69-jarige leeftijd in Zaandam. Hij trouwde op 23 december 1908 in Zaandam met Elisabeth van Leeuwen. Elisabeth is geboren op 10 december 1887 in Zaandam en was een dochter van Maurits van Leeuwen en Catharina Maria Keek. Zij overleed op 20 augustus 1869 in Zaandam, 81 jaar oud.

De kinderen van Lodewijk en Elisabeth:

1. Barbara Heistek, geboren op 14 januari 1910 in Zaandam en overleden in Zaanstad op 14 augustus 1996, 86 jaar oud.
2. Catharina Maria Heistek, geboren op 17 februari 1912 in Zaandam en overleden op 11 mei 1967 in Koog aan de Zaan, 55 jaar oud. Zij trouwde op 2 oktober 1937 in Koog aan de Zaan met Jan Servaas, geboren op 10 mei 1910 in Zaandam, zoon van Piet Servaas en Aaltje Bakker. Jan is overleden op 19 juli 1990 in Zaandam, 80 jaar oud.
3. Lodewijk Heistek, geboren op 5 maart 1916 in Zaandam en overleden op 15 juni 1990 in Zaandam, 74 jaar oud. Hij trouwde op 7 februari 1940 in Zaandam met Trijntje Alida Bouwer, geboren op 2 maart 1914 in Wormerveer, dochter van Pieter Bouwer en Ariaantje Kuiper en is overleden op 24 november 1981 in Zaandam, 67 jaar oud.
4. Maurits Heistek, geboren op 20 januari 1922 in Zaandam en overleden op 30 juli 1988 in Zaandam, 66 jaar oud. Hij trouwde op 10 februari 1944 in Zaandam met Petronella Schubert, geboren op 11 november 1920 in Amsterdam, dochter van Hendrik Schubert en Bardina de Ruyter. Zij is overleden op 10 september 2001 in Zaanstad.

Dat Lodewijk is gaan varen daar zal geen mens vreemd van opgekeken hebben. Als je vader zelf stoomboten bezit dan wordt het er wel met de paplepel ingegoten. In ieder geval heeft hij de wilde zee bevaren als stoker op de kustvaart en is zodoende gekomen tot de Middellandse Zee. Vervolgens kwam hij bij zijn vader te werken op de sleepboot. Maar na diens faillissement in 1910 moest Lodewijk proberen op een andere wijze aan de kost te komen. In die periode woonden zij nog in de Oostzijde aan de Tuin der Nederlanden in Zaandam, vlak bij de Magere Brug die de Westzijde met de Oostzijde verbond over de Zaan. Als je hier overheen wilde, dan moest je eerst tol betalen. Zo gebeurde het wel eens dat de kinderen van zijn zus Trien langs kwamen en die betaalden één cent voor de tol, anders kwam je de brug niet over en moest je helemaal omlopen. Na een korte periode bij Evenblij Vaten ging Lodewijk aan de slag als houtlosser bij de haven. Elisabeth zijn vrouw, hoe kan het ook anders, kwam ook al uit het schipperswereldje. Later is Lodewijk met zijn gezin verhuisd naar de Molenstraat.

Het was geen makkelijke tijd, de lonen van de arbeiders werden uitbetaald in de kroeg en wanneer je als voorbeeld een vader had die zelf aan de drank was, dan heb je maar een klein duwtje in de rug nodig om het verkeerde voorbeeld te volgen. Ook bij Lodewijk ging een groot deel van het loon op aan de drank voordat hij thuis was. Als hij dan dronken thuis kwam, was het huis te klein en kon je maar beter maken dat je uit de buurt kwam. Zijn kinderen hadden zeker geen prettige herinneringen aan deze periode. Ik denk dan ook dat menig huisvrouw een gat in de lucht heeft gesprongen toen de lonen niet meer in de kroegen werden uitbetaald.

Ik had later van mijn vader begrepen dat hij vaak tussen zijn vader en moeder moest instaan om erger te voorkomen. Dit zal ook meegespeeld hebben dat er vroeger bij ons thuis geen druppel drank in kwam. Verder heb ik afgelopen jaar nog eens bij neven en nichten naar herinneringen gevraagd over Lodewijk (ik was zelf nog maar 3 jaar oud toen hij overleed).
Als je hem op de Dam in Zaandam zag staan en je riep “hoi opa” dan kwam er nauwelijks een reactie. Aan familiebezoek deed hij niet. Mijn Oma (Elisabeth) heb ik wel wat meer herinneringen aan overgehouden, om de twee weken kwam ze op zondag bij ons eten en vaak stond er aal op het menu. En als je bij haar langs ging op visite en ze had daar geen zin in dan werd je snel naar buiten geduwd met een dubbeltje in je hand waar je wat snoep voor mocht kopen en daar werd bij gezegd “ga nu maar weer naar je moeder”.