Het jaar 1853 is niet alleen interessant vanwege de Krimoorlog (1853-1856) maar ook omdat in dat jaar in Almkerk Jan Heijstek werd geboren binnen het huwelijk van Huybert Heijstek en Antonia Vink.


Jan bleef niet zijn hele leven in Noord-Brabant wonen. Voor zijn werk verliet hij het Brabantse om te gaan werken in de Haarlemmermeer. Daar, in Bennebroek, trad hij in huwelijk met Metje de Jong, een jonge dochter uit Moordrecht. Samen werden zij de ouders van acht kinderen. Slechts drie van hun kinderen zouden de leeftijd bereiken waarop je volwassen wordt geacht. Een jaar nadat hun laatste kind was geboren overleed Metje op de leeftijd van 42 jaar.
Jan hertrouwt op de 9e december 1896 in Heemstede met Eelkje Planting. Zes jaar later huwt hij Wilhelmina de Bres.
De eerder genoemde Metje de Jong beviel in 1883 van een zoon die zij de naam Huibert hadden gegeven. Dit kind zou slechts elf maanden oud worden. Na een tweede zwangerschap kwam op 31 maart 1885 Huibert Gerrit op onze wereld.

Huibert, die door de familie met Huib werd aangesproken, groeide op in zijn geboortedorp Hillegom en verhuisde later met het gezin naar Bennebroek en ging daar naar school.

Na verschillende opleidingen te hebben doorlopen kreeg hij steeds meer belangstelling voor de wereld van de militairen. Het avontuur begon aan hem te trekken. Huibert liet zich informeren over het KNIL (Koninklijk Nederlands- Indisch Leger) en tekende een contract als beroepsmilitair.
Op 17 september 1910, de vrijgezel Huibert was toen 25 jaar oud, vertrok hij uit Amsterdam met het ss Koning Willem III naar het toenmalige Nederlands Indië in het Verre Oosten.
Na een reis van ruim een maand werd het schip op 18 oktober in Sabang verwacht; een eiland voor de noordkust van Sumatra dat tot Atjeh behoort.

Aangekomen in de tropen ging er voor Huibert Gerrit Heijstek een geheel nieuwe wereld open. Straten vol met gezellige toko’s en waroengs, altijd bedrijvige pasars, vulkanen waarvan vele nog actief, boeren die met stevige karbouwen op sawah’s werken. Maar vooral ook de vriendelijkheid van de bevolking. Hij keek zijn ogen uit. Zoals naar de mannen met de kenmerkende beskap op de hoofden en de vrouwen in gebatikte sarongs met vaak een kind in een slendang op de heup en een goed gevulde mand op hun hoofd op de terugweg van een pasar. Zo nam hij nog net het staartje van Tempo Doeloe mee. Hij raakte verliefd op het mooie land.
Niet vreemd voor een gezonde jonge kerel had Huibert ook oog voor de plaatselijke jonge vrouwen op het grote eiland Java, waar hij dienst moest doen. Hij ontmoette de één jaar oudere Indische Valentina Dupont, vroeg om haar hand en trouwde haar in Bandoeng op 17 januari 1917.

Het was een druk leven in het vochtige en tropisch warme Nederlands Indië. De dagen vulden zich met wachtlopen, patrouilleren en het deelnemen aan militaire expedities. Na weer een moesson met veel regen te hebben meegemaakt verlangde onze Huibert naar het koele Nederland en om daar zijn familie weer te zien.
Huibert Gerrit Heijstek, die ondertussen was bevorderd tot onderluitenant van de artillerie, ging in 1920 na een negenjarige dienst samen met zijn echtgenote met verlof naar Nederland. Het verlof duurde elf maanden waarna hij opnieuw per boot naar Indië reist. Ditmaal met het ss Riouw vanuit Amsterdam naar Tandjoeng Priok de handelshaven van Djakarta.
Zijn huwelijk met Valentina Dupont eindigde door haar overlijden in Soerakarta op 15 augustus 1924. Het echtpaar was kinderloos gebleven.
Of hij haar al langer kende weten we niet, maar het jaar daarop gaf Huibert Gerrit in Soerakarta zijn jawoord aan Henriëtte Kempff. Een jonge vrouw die in Modjokerto was geboren. Samen werden zij de ouders van vier kinderen:

- Meta Maria Henriëtte
- Maria Wilhelmina Johanna
- Johan Willem Huibert
- Henriëtte Maria
Een van de functies die Huibert bij het KNIL vervulde was die van Sectiechef bij de Inlichtingendienst. Blijkbaar was dat geen geheime dienst want men ging openlijk om met persoonlijke gegevens. Toen hij in Tadjoengpoera woonde aan de Jalan Teroesan, werd in de krant van 2 mei 1928 zijn nieuwe telefoonnummer [nr 58] gepubliceerd.
Voor militairen is het niet ongewoon om geregeld te worden overgeplaatst. Zo woonde Huibert met zijn echtgenote op verschillende plaatsen en op meerdere eilanden in de archipel. Als er weer eens moest worden verhuisd, zag de familie het blijkbaar niet zitten om alle huisraad mee te nemen. In hun opdracht werd op 19 december 1929 door een venduhuis in Medan (Sumatra) de inboedel van hun woning aan de Skipweg nr. 17 openbaar geveild.
Het huwelijk met Henriëtte Kempff bleek in de loop der tijd geen stand te kunnen houden. In het Indisch Dagblad van 16 mei 1939 staat in een van de redactionele rubrieken vermeldt dat mw. H. Heijstek-Kempff zich gevestigd heeft aan de Dinojo nr. 27. Huibert woonde toen al niet meer met haar. Een echtscheiding werd op 12 februari 1940 uitgesproken. Hoewel geboren in het Nederlands Indië verhuisde Henriëtte Kempff later naar Nederland. In Bennebroek overlijdt zij op 62-jarige leeftijd.
Op de 17e april 1940 huwde Huibert de dan hoogzwangere en in Soekaboemi geboren Anna Maria Jansen. Hij had toen al een kind bij haar. Jeanette Augustina die op 10 juli 1937 in Malang voor het eerst daglicht in haar ogen had gekregen. Op 11 juni 1940 beviel Anna Maria van een gezonde zoon: Herman Willem Hendrik.

In die periode waren de legers van het Derde Rijk Nederland binnengevallen en als gebied in bezit genomen. Ook in Azië was het allesbehalve rustig. Op zondagmorgen de 7e december 1941 bombardeerden Japanse vliegeniers Pearl Harbor en verklaarde de USA de oorlog aan Japan. Legers van de Japanse Keizer kregen steeds meer militair overwicht in Zuidoost-Azië.
Een dag later verklaarde ook Nederland Japan de oorlog. Een spannende tijd brak aan voor de KNIL militairen. Midden in de (natte) moessontijd van 1942 viel Japan ook Nederlands Indië aan en veroverde Menado op Celebes en het olierijke eiland Tarakan aan de oostkust van Borneo. Na de door Japan gewonnen slag in de Javazee, op 27 februari 1942, konden de Keizerlijke troepen vrijwel ongehinderd Java bezetten. Het KNIL beschikte in die tijd over redelijk moderne wapens, maar was niet opgewassen tegen de overmacht van de fanatieke Japanse Militairen.

Er werd wel degelijk strijd geleverd, maar het KNIL waartoe ook Huibert behoorde had voornamelijk de taak gehad om orde en rust te bewaren in de archipel en was niet getraind in offensieve en defensieve tactieken van moderne oorlogsvoering. De Japanse opperbevelhebber Hitoshi Imamura was verbaasd over het gemak waarmee de invasie van Nederlands Indië kon worden uitgevoerd. De schok van de nederlaag was groot. Niet alleen voor de KNIL militairen, maar ook voor de locale bevolking. De verwachting dat het leger stand zou houden en het land tegen vreemde overheersing zou kunnen beschermen was niet waargemaakt. Door deze nederlaag op de 9e maart 1942 verminderde het Nederlandse prestige in de ogen van inheemse bevolking.
Gelijk met vele andere militairen werd ook Huibert Gerrit Heijstek, als Eerste Luitenant, door de Japanse overheerser gevangen gezet. Aanvankelijk kwam hij in Bandoeng terecht in het Lands Opvoedings Gesticht aan de Daendelsweg; een jeugdgevangenis omgeven door een muur met daar bovenop glasscherven dat van maart 1942 tot en met mei van dat jaar als krijgsgevangenkamp werd gebruikt. Lang is hij daar niet gebleven. Op de 31 mei van dat jaar vertrok hij naar Tjimahi, het zogenoemde Kale Koppenkamp. In dat kamp dat dienst heeft gedaan tot oktober 1942 lieten de gevangen zich kaalscheren in verband met de vele luizen die een plaag vormden, maar ook vanwege de overtuiging dat de Japanse bewakers kale mensen minder snel zouden slaan. Opnieuw werd Huibert overgeplaatst, nu naar het interneringskamp Ngawi op Oost Java.

Zoals iedere oorlog, is ook aan deze een einde gekomen. Op 15 augustus 1945 geeft het Japanse Leger zich over, waarmee de rust in Nederlands Indië niet terugkeerde. Twee dagen later riepen Soekarno en Hatta de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Zij zijn de twee belangrijkste leiders van de Nationalistische Beweging.
Nederland heeft zich nog enige jaren ingespannen om het voormalige Nederlands Indië als kolonie te behouden. Die strijd eindigde toen op 27 december 1949 de overdracht van de soevereiniteit aan Indonesië plaatsvond. Het jaar daarop, 26 juli 1950, werd het KNIL opgeheven. Huibert ging met pensioen; zijn toekomst zou in Nederland komen te liggen.
Heijstek had dat al zien aankomen en het venduhuis Tjahana Indonesia opdracht gegeven openbaar de inboedel van zijn woonhuis aan de Jalan Nanas 10 in Bandoeng te verkopen.
Vanuit Indonesië, zoals Nederlands Indië toen moest worden genoemd, voer de familie Heijstek met de ss Chitral van de P&O-lines naar Nederland. Voor Huib was het een terugkeer. Voor zijn echtgenote en de kinderen een reis naar een totaal onbekend land.
Bij terugkomst in Nederland werd de familie opgevangen door Huibs drie jaar jongere broer Toon (Antonie Heijstek) en zijn vrouw. Zo woonden ze tijdelijk aan de Leidsevaart in Vogelenzang. Een jaar later verhuisde Huibert naar de Beukenlaan 19 in Bennebroek waar het gezin een mooie singelwoning betrok.

Zijn inzet als KNIL officier voor de voormalige kolonie was Nederland niet ontgaan en werd beloond met een Koninklijke onderscheiding. Een paar dagen voor de viering van Koninginnedag in 1951, werd Huibert Ridder met de Zwaarden in de Orde van Oranje Nassau.
In de singel voor zijn huis gooide Huib dagelijks een hengeltje uit. Daar aan het water, meer had hij niet omhanden, liet hij zijn gedachten teruggaan naar mooie tijden in het Nederlands Indië. Het was zijn ritueel geworden om in gedachten terug te keren naar “de Gordel van Smaragd”. De streek waar hij in de voorbije decennia van was gaan houden. Geen dag passeerde zonder dat hij over zijn jaren in het Verre Oosten sprak. Turend naar zijn visdobbertje zag hij zich zitten onder een klapperboom aan de oever van de een of andere koele kali. Hij miste de vele soorten sambals, de soto-ayams en de kenmerkende geur van de locale kruidenmengsels. En niet te vergeten de kreteksigaretten met hun zoete weeïge geur. Als een straatverkoper door de Beukenlaan kwam rijden dacht hij dat het een kaki-lima was. Huibert had heemwei. Volgens zijn kinderen is hij uiteindelijk daar aan overleden.
Op de nog jonge leeftijd van 71-jaar sluit Huibert Gerrit Heijstek in Haarlem voor het laatst zijn ogen. Hij wordt begraven in Bennebroek. Zijn geliefde, de in het warme Soekaboemi geboren Anna Maria Jansen, overlijd op in Brielle op 74-jarige leeftijd. Ook zij is in Bennebroek begraven.
