- Gegevens
- Geschreven door: Fred Heistek
- Categorie: Geschiedenis


Het bewogen leven van Antonius Marius Heijstek
Ommerschans
Generaal-Majoor Johannes van den Bosch was een sociaal bewogen officier. Na de beëindiging van zijn militaire loopbaan, was hij de initiatiefnemer van wat genoemd zou worden de Koloniën van Weldadigheid wat later in de volksmond “Het Pauperparadijs” zou worden genoemd. De gedachte achter het voorstel was dat arbeid het enige middel was om armoede te bestrijden en dat landarbeid daarvoor zeer geschikt was. Zo zou aan de armen in de samenleving niet alleen discipline worden bijgebracht, maar kregen zij ook zelfrespect en respect voor hun naasten. Om dit te realiseren werden in de noordelijke provincies van Nederland koloniën ingericht. Aanvankelijk werden hier armen naar toe gedirigeerd, later gevolgd door bedelaars, landlopers en wat men noemde ”inwilligen”. De leiding en begeleiding werd niet zelden aan (oud-)militairen opgedragen.
Zo gebeurde het dat Antonius Marius Heijstek op dertien mei 1823 aangesteld werd als administrateur van het gesticht Veenhuizen. Daar op het Algemeen Bureau toonde hij een blijk van bekwaamheid in het administratieve vak. Dat was voor de directeur aanleiding hem voor te dragen voor de functie van boekhouder. Na bekrachtiging van het voorstel werd hij in die functie aangesteld en te werk gesteld op de kolonie Ommerschans in Overijssel voor een weekloon van hfl 7,00.
Ommerschans
Anders dan de daar onvrijwillig geplaatsten, genoot Antonius een grote mate van vrijheid. Hij kon gaan en staan waar hij wilde. Blijkbaar was hij daar een persoon met aanzien. Wellicht verklaart dit waarom hij aanwezig was als getuige bij de aangifte van de geboorte van een kind van zijn collega de heer Donninger. Die had er voor gekozen zijn zoon de voornamen “Antonius Marius” te geven.
Het is 12 juni 1824 als de directeur van kolonie Frederiksoord de Permanente Commissie van Weldadigheid per brief informeert over een onbetamelijk gedrag van boekhouder Heijstek. Hij zou zich met twee kolonistenvrouwen buiten het gesticht hebben begeven om later met hun in een beschonken toestand te zijn teruggekeerd.
Vanwege dit niet tolerabele gedrag besloot de Adjunct-directeur bij terugkomst de vrouwen in de Zaal van Discipline te plaatsen en werd Heijstek provisioneel in het tuchtige geconsigneerd. De dag daarna werd Heijstek gehoord door de Adjunct-directeur die hij tijdens het gesprek brutaliseerde. Vervolgens verliet Heijstek de Ommerschans en vertrok naar Harderwijk. Voor de directeur was dit een niet aanvaardbaar gedrag en oordeelde dat Heijstek de kolonie op een schandelijk wijze had verlaten en stelde hij de commissie voor om Antonius Marius Heijstek te ontslaan.
Aldus: “Overwegende dat Heijstek zich alzoo niet alleen aan verleiding van kolonisten en brutaliteit tegen zijnen superieur heeft schuldig gemaakt, maar eigendunkelijk zijne betrekking heeft willen verlaten heeft besloten: De boekhouder van het gesticht aan de Ommerschans A.M. Heijstek wordt bij dezen uit de dienst van de M. ontslagen.”
Brief over gedrag van boekhouder Heijstek
Uit hierna gevoerde correspondentie is gebleken dat Heijstek ook werd beschuldigd van het ontvreemden van geld dat de Ommerschans toebehoorde. Genoemd werden bedragen van respectievelijk hfl 5,00 en hfl 288,00. Of hij dat geld zich inderdaad ten onrechte heeft toegeëigend is niet aangetoond.
De juiste datum van het voorschreven incident bij de Ommerschans wordt niet in de brieven genoemd en heeft zich niet laten achterhalen. Wel is vastgesteld dat A.M. Heijstek op 10 juni (dus twee dagen voor het schrijven van de brief aan de Permanente Commissie van Weldadigheid) zich vrijwillig heeft aangemeld om als soldaat dienst te gaan doen bij het Algemeen Depot Landmacht. Hij tekent een contract voor de duur van zes jaar. Of hij dit besluit met zijn vader, notaris Antonie Lodewijk Heijstek heeft besproken laat zich raden. Niet uitgesloten kan worden dat mede door deze affaire bij de Ommerschans, het deserteren en het ten onrechte toe-eigenen van pecunia bij de Marine, de relatie met zijn vader ernstig werd gebrouilleerd. Vast staat dat Antonius Marius Heijstek niet genoemd wordt in het door de notaris eigenhandig geschreven testament.
Op 26 juni 1824 vertrekt Antonius vanuit Vlissingen met het schip “Rubens” naar Nederlands Indië. Vijf jaar later overlijdt hij in de stad Semarang op het eiland Java. Hij was toen nog militair. Antonius Marius Heijstek werd dertig jaar. Ter bevestiging van het overlijden van zijn zoon heeft notaris Antonie Lodewijk bij het Ministerie van Koloniën een afschrift van zijn overlijdensakte opgevraagd.
Semarang
Was getekend Antonius Marius Heijstek
Lees ook:
Van Slagveld tot Ontslag; deel 1
Bronnen
Genealogisch onderzoek door Jaap Couperus
https://www.entoen.nu/nl/napoleon
https://historiek.net/napoleon-bonaparte-generaal-keizer/61142/
https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/27343/napoleon-in-nederland.html
https://npofocus.nl/artikel/7617/hoe-wordt-willem-i-de-eerste-koning-van-nederland
https://docplayer.nl/11873571-De-militaire-willemsorde-ij-m-j-k-n-zoe-tocht.html
https://vereniging-de-ommerschans.mijnstadmijndorp.nl/verhalen/toegang-tot-historische-bronnen-bedelaarskolonie-ommerschans
Over Antonie Marius Heijstek is eerder geschreven in het “Bij Uitstek” Magazine van de Heijstek Familiestichting en op de website van de familiestichting.[red.]