Evacuaties, hulp en wederopbouw

Zondagmiddag wordt de bevolking opgeschrikt door een tweede vloedgolf vanaf zee. Omdat de dijken al zijn gebroken komt het water hierdoor nog hoger te staan. Veel huizen die nog staan na de eerste vloedgolf, storten alsnog in. De tweede vloedgolf maakt de meeste slachtoffers. De storm gaat pas op 3 februari liggen.

Achteraf blijkt dat er een zeer zware storm het land was gepasseerd met windkrachten 10 tot 11 Beaufort en windstoten tot 144 kilometer per uur. De polders waren volgelopen. Kinderen zagen hun ouders verdrinken, ouders zagen hun kinderen meegesleurd worden door het onvoorspelbare water.

De watersnoodramp kost aan 1.836 mensen het leven. Ruim 72.000 mensen worden geëvacueerd. 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee verdrinken. Schade aan de infrastructuur en landbouwgrond is ongekend groot. Ruim 165.000 ha grond overstroomt. Landbouwgrond loopt door het zeezout grote schade op, waardoor veel akkers lange tijd niet meer gebruikt kunnen worden. Het natuurgeweld vernielt 4.300 huizen en gebouwen en 43.000 raakten beschadigd.

 

Nieuwendijk

 

De hele week blijven er vluchtelingen komen die met name in de grote steden worden opgevangen. Ze krijgen hulp en kleding en belanden veelal in een gastgezin, waarvoor veel gezinnen zich spontaan hebben aangemeld.

Het Land van Heusden en Altena biedt een troosteloze aanblik, 79.000 hectare poldergrond is onder water gelopen. Het een angstaanjagend schouwspel. De golven voeren onder andere rietschoven, rijshout, losgeslagen deuren en schotten mee. Op al wat drijven kan bevinden zich konijnen, ratten en pluimvee die in paniek aan de verdrinkingsdood proberen te ontkomen.

In het rampgebied is een groot gebrek aan drinkwater. De dagen na de ramp wordt er veel voedsel en water gedropt. Militairen worden ingezet voor het opvissen en afvoeren van ronddrijvende en aangespoelde dode dieren. Een omvangrijke klus. Men wil snel werken omdat de uitbraak van een epidemie niet denkbeeldig is. Ook worden de talloze vermisten gezocht. Bovendien moeten de dijken, die voor zo’n tachtig procent zijn beschadigd, worden opgehoogd. Duizenden mensen verslepen zandzakken om een nieuwe overstroming te voorkomen.

 

Geëvacueerd

Nieuwendijk is in rep en roer. Het is een van de dorpen waar bij nader inzien grote schade is aangericht. Scholen zijn gesloten. Dat spreekt voor zich.

Arie Heijstek en zijn vrouw Teuntje overleggen wat te doen. Strikt genomen zijn zij er genadig vanaf gekomen. Allen zijn in een goede gezondheid. De omvang van de schade is pas te zien als het water uit de schuur en uit de keuken is weggestroomd. Als het een beetje meezit moet er alleen worden schoongemaakt.

De oudste zus van moeder Teuntje woont in Amersfoort. Er wordt contact gelegd en afgesproken dat zoon Hans voor enige tijd bij hun in huis komt wonen. Teuntje kan dan thuis voor de twee kleinere kinderen zorgen en haar bevalling afwachten. Hans was toen zeven jaar en kan zich nog herinneren dat zij met een vrachtwagentje over de Schenkeldijk richting Almkerk zijn gereden. Evacuees uit het getroffen gebied worden door middel van een schrijven van burgemeester H. Molendijk welkom geheten in Amersfoort.

Vader Arie houdt zich beschikbaar om waar nodig hand en spandiensten voor de gemeenschap te verrichten.

 

 

Onbewust van drama

In de loop van de ochtend dringt langzaam maar zeker het besef door dat Nederland is getroffen door een zeer ernstige ramp, hoewel niemand nog de gevolgen in kon schatten. “Goedemorgen luisteraars, hier is Hilversum Nederland. Het is vandaag 1 februari 1953. In verscheidene plaatsen in het westen van het land is een noodtoestand ontstaan, door abnormaal hoge waterstand”, klinkt het op de radio. De rest van de dag staat voor velen in het teken van angst en grote onzekerheid. Telefoonlijnen in de getroffen gebieden zijn verbroken, waardoor voor velen onduidelijk is in wat voor situatie vrienden en familie zich bevinden.

Het oostelijke deel van het Land van Altena heeft nagenoeg geen last van overstromingen. Hoe verder richting oosten, hoe hoger het land ligt. Daarom krijgen de dijken het daar minder te verduren. In Heusden bijvoorbeeld gaan de inwoners die morgen zoals gebruikelijk naar de kerk. Pas daar horen zijn wat er zich die nacht heeft afgespeeld en hoe dichtbij het gevaar was.

 

Ook de bewoners van het nabije Uitwijk gaan die ochtend gewoon naar de kerk. Na afloop van de dienst valt het de in zondagse kleding gestoken kerkgangers op dat het water in de Alm erg hoog staat en dat het water niet zoals gebruikelijk afvloeit maar als het ware terugstroomt. Desondanks gaat het dagelijkse zondagse leven zijn gang. Vrouwen dienen thuis de middagmaaltijd op en de gezinnen maken zich op voor het tweede kerkbezoek van die dag. Rond half twee van die middag begint de Alm over te lopen en wordt het duidelijk dat er meer aan de hand is en er maatregelen getroffen moeten worden.

In andere dorpen worden de kerkdiensten die dag voortijdig beëindigd en velen haasten zich om bijvoorbeeld met vrachtauto’s (roei)boten naar het getroffen gebied te brengen dan wel anderszins hulp te bieden. Waar mogelijk neemt een ieder zijn verantwoordelijkheid. 

 

 

 

 

Foto ANP Historisch Archief

 

Schade in Nieuwendijk

Als de storm is uitgewoed en de getijden zich hebben genormaliseerd, kan de balans worden opgemaakt. Elf woningen in Nieuwendijk zijn door het water volledig verwoest, twintig woningen ernstig beschadigd, een veelvoud daarvan heeft lichte schade opgelopen. Vloerbedekking is onbruikbaar geworden, overige huisraad is waardeloos en er is sprake van het verlies van waardevolle familiebezittingen, voorraden en huisdieren.

 

Reddingsacties

Al snel worden reddingsacties op touw gezet. Her en der worden reddingssloepen ingezet en door paarden getrokken huifkarren brengen op plekken waar dat mogelijk is drenkelingen in veiligheid. In de loop van de dag worden zelfs helikopters ingezet, om mensen die hun toevlucht tot zolders en daken hadden genomen te behoeden voor de verdrinkingsdood.

Via het ANP wordt de volgende oproep de ether ingestuurd: “Een bericht van de Generale Staf. In verband met de watersnood dient al het beroeps-, reserve- en dienstplichtig personeel dat in werkelijke dienst is naar hun garnizoen terug te keren”.

Vele dorpen staan rondom in het water. Uitsluitend per boot zijn ze bereikbaar. Het gebied achter de Provincialeweg van Dussen naar Hank is een grote watervlakte. Op de golven drijft van alles en nog wat. Inwoners van Dussen, Waardhuizen en Almkerk moeten worden geëvacueerd. Reeds op zondag worden de eerste inwoners met bussen in veiligheid gebracht. Bij de ouderen roept het herinneringen op aan de evacuaties van 1944-1945. Voor het overbrengen van koeien worden vrachtauto’s ingezet. Veel mensen kunnen niet direct terugkeren naar hun woning. Sommigen kunnen pas na een half jaar terug. Eenmaal thuis moeten ze tot wel een halve meter modder wegscheppen.

Op de derde dag na de ramp komt de georganiseerde hulp pas goed op gang. Uit vele delen van het land komen vrijwilligers de helpende hand bieden. Zij dragen bij aan kleinschalige reddingsacties, of door hongerige hulpverleners en getroffenen te voorzien van brood, soep en koffie. Gelet op de omstandigheden verloopt de hulpverlening ordelijk en is succesvol. Vissers uit bijvoorbeeld Woudrichem komen met eigen boten hulp verlenen. Ze varen van huis naar huis. Halen mensen van de daken en brengen ze naar hoger gelegen delen. Het is zwaar werk. Het sterk stromende water werpt de boten geregeld terug als ze net een huis hebben bereikt. Maar ze zetten door. Soms met gevaar voor eigen leven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Dinsdags staan er oproepen in de landelijke kranten met koppen zoals “Nood is neergedaald over ons Vaderland”, “Help, help direct” of “Beurzen open dijken dicht”. Eén krant gaat heel ver met de oproep: “Hulp is plicht”.

Een rampennummer wordt geopend om geldelijke bijdragen te kunnen ontvangen. Op straat en in kerken worden collectes gehouden. De collecte in de Hervormde kerk van Heusden brengt bijvoorbeeld hfl. 295,00 op. Her en der komen comités die geld opleverende initiatieven ontwikkelen. Zang- en toneelgroepen verzorgen optredens ten bate van het Rampenfonds. Werknemers in de industrie staan een of meerdere uurlonen af.

 

Luchthulp

Nederland krijgt internationale hulp. Vliegtuigen en helikopters uit Amerika, Engeland, Zwitserland, België en Frankrijk helpen mee. Een luchtvloot van 200 vliegtuigen en 46 helikopters is actief in het rampgebied. Helikopters evacueren getroffenen en vliegtuigen worden ingezet voor droppen van hulpmiddelen en voedsel. Op 4 februari worden boven het getroffen gebied: 84 rubberboten, 17.330 broden, 8 containers voedsel, 168 jerrycans met 20 liter water, 149.000 zandzakken, 850 paar rubberlaarzen, 3 containers babyfood, 38 dekens, 18 Rode Kruispakken en 3000 kg hooi gedropt.

 

Prins Bernhard

Op de dag dat hulp uit de lucht wordt geboden cirkelt een helikopter boven de stroomgaten in de Kildijk en de Buitendijk waar de eerste zandzakken reeds zijn aangevoerd en men met man en macht werkt om de gaten provisorisch te dichten. In de helikopter bevindt zich prins Bernhard die poolshoogte komt nemen bij het gehavende Nieuwendijk. Hij laat zich voorlichten en spreekt de mensen moed in.

Nieuwendijkers treffen elkaar op de dijken. Nu geen stilte voor de storm, maar stilte na de storm. Daar staan ze weerloos, starend over water, alleen maar water tot aan een ver weg gelegen horizon waar donkere wolken in een oneindige zee verdwijnen. Het is een aanblik die door de ziel snijdt. De elektriciteit en de waterleiding functioneren niet meer. Het dorp ligt rondom in het water. De wegverbinding van Almkerk naar Sleeuwijk is verbroken. Dan ballen ze de vuisten, er moet gewerkt worden, geruimd en opgebouwd. Hier eindigt het leven niet. Vanaf nu opnieuw wederopbouw net zoals in 1945.

In de loop van de week steekt er een oostenwind op en gaat het licht vriezen en sneeuwen. Hier en daar zou zelfs geschaatst kunnen worden. Er is niemand die een haar op het hoofd heeft om daaraan te denken.

 

 

Nieuwendijk

Slachtoffers

Tijdens de rampnacht en daaropvolgende dag zijn in het gehele rampgebied 1835 slachtoffers te betreuren. Niet direct door verdrinking, maar ook door de koude onder de slachtoffers die hun heil op het dak van een huis of boerderij hadden gezocht. Zij raakten oververmoeid en onderkoeld en waren afhankelijk van hulp van buiten het rampgebied.

Zodra het maar enigszins mogelijk is komen de boeren terug naar hun huis en nemen het land in ogenschouw.

 

Nieuwe dijkdoorbraak

Na de verschillende dijkdoorbraken was er in Nieuwendijk uitsluitend sprake van materiële schade. Verloren mensenlevens zijn niet te betreuren. Helaas verandert dat op de woensdag na de eerste overstromingen. De dijk waarop de verkeersweg van Keizersveer naar Sleeuwijk is aangelegd, bezwijkt alsnog op die dag waarbij helaas drie personen om het leven komen.

 

Het water zakt

Doordat de Biesbosch een getijdegebied is dat door rivieren met de Noordzee in verbinding staat komen de polderwaterlopen onder invloed van eb en vloed. Het water in het Land van Heusden en Altena blijft in- en uitstromen. Van echt droogmalen kan pas sprake zijn nadat de gaten in de dijken zo goed als mogelijk zijn gedicht. Daarna gaat het watergemaal “de Drie Sluizen” op volle toeren werken, per minuut wordt er 650 kubieke meter water verpompt.

Dag en nacht draaien de motoren van het watergemaal maar het duurt nog enkele weken voordat de polder echt weer droog is. Een paar dagen na het natuurgeweld heerst er overal bedrijvigheid. Dorpelingen maar ook veel onbekenden zijn aan het werk. Ze zijn druk met alles en nog wat. Ook Arie Heijstek kan het water in de polder niet lijdzaam aanzien. Zodra het zinvol wordt geacht stelt hij samen met zakenpartner Visser hun tractoren beschikbaar om dagenlang, 24 uur per dag, water uit de polder te pompen.

De woningen aan de Biesboschkant lopen dan vrij snel leeg. Het troebele vloedwater laat wel een centimeters dikke laag achter van klei, slib en aanspoelsels achter op vloeren en kozijnen. In de huizen hangt een ondraaglijke stank. Vaak geholpen door vrijwilligers gaat men voortvarend aan de slag. Gewapend met dweilen en zeep, lysol en lodaline, gummihandschoenen binden zij iedere dag de strijd aan tegen de modder en het vuil.

Wassen, boenen, dweilen, kachel stoken, schuren, ragebollen dag in dag uit, het is niet anders.

Kromgetrokken deuren en keukenkastjes worden vervangen.

 

 

 

    

Foto ANP Historisch Archief, foto C. Zeylemaker

 

  

Terug naar huis

Na ongeveer zes weken is de situatie thuis en in de polders rondom Nieuwendijk zo gestabiliseerd dat Hans Heijstek vanuit Amersfoort terug kan naar het ouderlijk huis. De vreugde is groot als hij weer thuis is en zijn jongste broertje Harry kan bewonderen. Zijn moeder was op 25e februari bevallen van Arie Johannes Heijstek.

 

Arie Heijstek voor woning Rijksweg 16, Almkerk

 

De hiervoor beschreven ramp was niet de eerste overstroming waardoor het Land van Heusden en Altena werd opgeschrikt. Klik hier en lees de publicatie over de Watersnood 1740-1741.

 

Lees ook

Toen kwam het water, deel 1

 

Bronnen

  • Persoonlijke herinneringen Hans Heijstek
  • Herdenkingsbundel Watersnoodramp 1953 (Historische reeks Land van Heusden en Altena)
  • ISgeschiedenis.nl
  • Historiek.net
  • Wikipedia.org
  • Delpher.nl