Het jaar 1939. Europa zucht en steunt. Op 1 september waren de Duitse troepen Polen binnengevallen. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaarden de oorlog aan Nazi Duitsland. Eerder nog was op 28 augustus 1939 de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger afgekondigd. Meer dan 300.000 manschappen werden onder de wapenen gebracht. Stellingen in het land werden verstevigd en soldaten extra getraind.

Toch verwacht Nederland geen oorlog met de Duitsland. Net als ten tijde van de Eerste Wereldoorlog vertrouwt men er op dat ons land neutraal kan blijven. Helaas bleek Duitsland daar anders over te denken. Op de vrijdag 10e mei werd Nederland door het Duitse leger aangevallen. Op de 15e mei capituleerde het Nederlandse leger. De capitulatie gold niet voor de provincie Zeeland, daar werd nog enige dagen strijd geleverd. Rotterdam is dan al zwaar gebombardeerd. Het is 1940, het jaar waarin Pieternella Heijstek een groot verdriet zal overkomen.

 

 

Pieternella geboren

 

Op donderdag de 19e augustus 1888 werd, ’s morgens rond de klok van elf uur in het Noord-Brabantse dorpje Giessen, Pieternella Heijstek geboren als dochter van Cornelis Heijstek en Antonia Kant. Drie dagen later zal vader Cornelis, die arbeider van beroep is, zijn dochter bij de gemeente aangeven. Pieternella was het eerste kind in het gezin, na haar werden nog zeven kinderen geboren.

 

 

 

 

 

 

Verliefd, verloofd, getrouwd

De dorpjes Dussen en Giessen liggen niet ver van elkaar. Dus is het ook niet opmerkelijk dat Pieternella op enig moment een Willem van Vark figuurlijk tegen het lijf is gelopen. Zij vonden elkaar aardig en besloten samen door het leven te gaan. Hun huwelijk werd op 24 mei 1917 in Almkerk gesloten. Niet snel daarna werd Pieternella zwanger. Op de 25e februari 1918 beviel zij van een kind dat helaas levenloos ter wereld kwam. Het zal Cornelia veel verdriet hebben gegeven. Maar daar zal het niet bij blijven.

 

 

Cornelis

Pieternella Vark-Heijstek zal blij zijn geweest dat zij in 1919 opnieuw zwanger werd. Ditmaal van Cornelis die op 28 mei 1920 in Almkerk werd geboren. Als kind groeide hij op in een agrarische gemeenschap. Na zijn schooltijd en na enige jaren te hebben gewerkt leverde de postbode een oproep bij hem thuis af. Cornelis werd opgeroepen voor militaire dienst. Onder de wapenen werd hij opgeleid tot gewondenverzorger en gedetacheerd bij de 16e Mitrailleur Compagnie die behoorde tot de 4e Divisie.

 

 

Mobilisatie

Het waren spannende tijden in Europa. Na de eerste Wereld Oorlog (1914-1918) dreigde het weer uit de hand te lopen. Nog voor dat de Duitsers Polen binnenvielen, werd er in Nederland op de 24e augustus 1939 een voormobilisatie afgekondigd. Of Cornelis toen nog “voor zijn nummer” in dienst zat, of dat hij een van de 200.000 reservisten was die werden gelegerd, is niet zo relevant. De soldaten en hun officieren moesten zich voorbereiden op de verdediging van vliegvelden verkeersknooppunten, havens en belangrijke linies voor het geval de zo door Nederland nagestreefde neutraliteit zou worden geschonden.

 

Opperbevelhebber generaal Winkelman had de keuze om de twee belangrijkste linies van Nederland te verdedigen; de Waterlinie en de Grebbelinie. Vanwege de strategische mogelijkheden gaf Winkelman er de voorkeur aan om de laatste te gaan verdedigen. Als hij bij een eventuele aanval die linie zou kunnen houden, zo redeneerde hij, kon hij voorkomen dat steden zoals Utrecht en Amsterdam onder vijandelijk vuur zouden komen te liggen. De generaal doorzag wel dat de Grebbeberg een van de zwakste plekken was in de linie. Hij gaf opdracht om zeven Regimenten van de Infanterie [het 8e, 11e, 19e, 20e, 24e, 29e, en het 46e] posities te laten innemen op of rondom de Grebbeberg aangevuld met het 8e, 15e en 16e Regiment Artillerie en de 16e Mitrailleur Compagnie. Vanwege hun snelle verplaatsingen werd ook het 3e regiment Huzaren gepositioneerd.

 

 

Inval

De door Nederland naarstig nagestreefde neutraliteit werd door Duitsland niet gehonoreerd. Hitler gaf opdracht ons land op 10 mei 1940 binnen te vallen. Een strijd om Nederland had een aanvang gevonden. Al vanaf de vroege ochtenduren vonden her en der in het land oorlogshandelingen plaats. Nog diezelfde nacht brandde een strijd los om de Grebbeberg.

 

Reserve Kapitein H.M. Vestdijk was commandant van de 16e Mitrailleur Compagnie waartoe Cornelis behoorde. Op het internet is zijn verslag over de oorlogshandelingen waarbij hij betrokken was terug te lezen alsmede de rapportage van het verhoor dat hem is afgenomen. Op de eerste oorlog dag hield zijn compagnie zich voornamelijk bezig met het beschieten van laag overkomende vliegtuigen. Op hun beurt werden de stellingen belaagd door mitrailleurvuur uit de vijandelijke vliegtuigen Tijdens de tweede oorlogsdag kwam een van zijn secties onder artillerievuur te liggen. Er vielen gewonden die door Cornelis moesten worden behandeld. Hij was hier voor op voorbereid en heeft binnen alle beperkingen die hij kende, zijn collegae militairen zo goed als het mogelijk is geholpen. Het was hard werken.

 

De beschietingen hadden tot gevolg dat de spanning binnen de stelling toenam. Veel van de manschappen waren nerveus en vroegen zich af wat de komende nacht voor hun in petto zou hebben. Er waren instructies afgegeven die waarschuwden voor een zogenoemde “Vijfde Colonne”. Geruchten over infiltranten deden de ronde. Gewezen werd op Duitse soldaten die Nederlandse uniformen zouden dragen. Omdat telefoonverbindingen vaak uitvielen en niet betrouwbaar bleken, werden ordonnansen uitgestuurd en wachtwoorden afgesproken om zo eigen soldaten van vijandelijke te kunnen onderscheiden.

 

 

Het noodlot

De volgende morgen werd Cornelis opgeroepen. Hij werd bij de bataljonscommandopost verwacht waar gewonde soldaten op zijn hulp lagen te wachten. Met tassen gevuld met verbandmiddelen en medicaties verliet hij zijn stelling en toog in de richting van het Ouwehand’s Dierenpark waarachter zich de commandopost zou bevinden. Nadat hij een prikkeldraad versperring was gepasseerd, werd hij aangeroepen door twee wachtposten. Zij richten hun geweer op hem en roepen “het wachtwoord, het wachtwoord”. Cornelis kon dat niet beantwoorden, hij kende het niet of hij was het vergeten. Wel vertrouwde hij op de witte band om zijn arm met daarop het rode kruis. Dat was zijn “paspoort” om veilig langs controleposten te komen. Niets bleek nu minder waar. Hij wijst nog naar de witte band, maar de wachtposten verdenken de man van kwade trouw. Zij halen de trekker van hun wapen over en schieten hospitaalsoldaat Cornelis van Vark neer. Hij overlijd ter plekke. In een rapport over dit voorval wordt genoteerd: “gesneuveld door eigen vuur”. Het is dan 12 mei 1940, ’s morgens om 10:00h. Cornelis is nog maar 19 jaar jong. Zijn lichaam werd op de 16e mei gevonden. Diezelfde dag werd hij begraven in het 1e Hollandse graf bij paal 42.

 

 

Ereveld

In 1945, direct na de capitulatie, werd in een beukenbos op de top van de Grebbeberg een begraafplaats ingericht. Hier kregen zowel Nederlandse als Duitse een rustplaats. Later werden er stenen grafmonumenten geplaatst.

 

 

Groot verdriet

 

Het kan niet anders zijn dat het bericht over het overlijden van haar zoon Cornelis veel verdriet bij Pieternella Heijstek teweeg heeft gebracht. Nadat haar eerste kind dood ter wereld kwam is haar op 6 juni 1930 nog eens hetzelfde overkomen. Cornelis was haar enige kind dat zij heeft zien opgroeien.

 

Pieternella Heijstek overleed op 1 november 1951 in Uitwijk en Almkerk; zij werd 63-jaar. Haar echtgenoot Willem van Vark werd 79 jaar en overleed op 18 september 1964.

 

Het overlijden van Cornelis werd eerst op 5 november 1940 bekend gemaakt bij de gemeente Rhenen. Het was de 39-jarige timmerman Jan Hendrik Gijsbertus Smit die bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand kwam melden dat hij kennis van het overlijden van Cornelis op de 12e mei van dat jaar.

 

Bronnen

 

http://www.grebbeberg.nl/index.php?page=gesneuvelde-nederlandse-militairen-op-de-grebbeberg-mei-1940

 

http://www.tweedewereldoorlog.nl/themas/nederland-in-oorlog/mobilisatie/