Herinneringen van Iman Heystek

 

In 1952, aan de vooravond van de watersnoodramp, schreef Iman Heystek hoe zijn jeugd op Noord-Beveland rond de eeuwwisseling was. Wat hij zich van het vroegere Noord-Beveland herinnerde heeft Iman Heystek opgeschreven. Het verhaal is niet een volledige autobiografie geworden, eerder een levensschets die beperkt bleef tot zijn kinderjaren. Hij heeft in briefvorm aan zijn zoon Adriaan (Adri) verteld over het Noord-Beveland zoals hij dat nog heeft meegemaakt. Een getypte versie van die brieven kan men raadplegen op het Gemeentearchief van Goes. De brieven zijn uitgewerkt in een boekje getiteld: “Mijn jeugd op Noord-Beveland”. Het was uitgegeven bij boekhandel en uitgeverij De Koperen Tuin te Goes.

 

De uitgever en een nabestaande van de auteur hebben toestemming gegeven het boekje te verwerken tot artikelen voor onze Heijstek Familiestichting. Het boekje is niet meer verkrijgbaar en op deze wijze kan de familie alsnog kennisnemen van de herinneringen van Iman Heystek. En dat is uniek, dat we thans nog kunnen lezen hoe men rond de overgang van de 19e naar de 20e eeuw leefde en zeker wanneer dit door een familielid is beschreven. We zijn (postuum) Iman en zijn zoon Adri dan ook erg dankbaar dat ze dit initiatief hebben genomen. Iman zelf schreef in 1952: “Als ik dit alles zo neerschrijf, hoe mijn jeugd op Noord-Beveland was, merk ik pas op, hoe veel er toch wel ten gunste veranderd is, materieel. Het wordt weinig gewaardeerd. Dit komt natuurlijk, omdat de huidige generatie alles niet aan den lijve heeft ondervonden en alles maar weet van horen zeggen. De ouderen zijn het meestal vergeten en misschien is dat maar gelukkig.”

 

 

Scherp observatievermogen

Zijn verhaal is ongekunsteld en getuigt van betrokkenheid, een beschouwende blik en een scherp observatievermogen. Dat Iman’s onderwijstijd kort was, zoals bij de meeste van zijn leeftijdgenoten, maakt deze prestatie extra opmerkelijk. “Het was voor een kind een slechte tijd om op te groeien. Veel meer dan schaatsenrijden was er eigenlijk niet”, vertelt Iman Heystek. Maar Noord-Beveland was om te zien een sprookje, waardoor er sprake was van enig heimwee. “Als je nu nog eens een zomer kon meemaken als in mijn jeugd, dan zou je niet vroeg op bed komen. Als je er bekendheid aan zou geven zouden er ook wel toeristen komen. Maar helaas, het is voorbij.”

Iman Heystek is geboren op 8 november 1893 te Geersdijk, gelegen in de gemeente Wissenkerke. Zijn vader was paardenknecht en ongediplomeerd keurmeester Jan Heystek en z’n moeder de uit Kamperland afkomstige Jasperina Versluis. Het gezin telde negen kinderen. Cornelia (‘Kee’ 1883), Izaak (1884, verdronken in 1899), Adriaan (1886), Neeltje (1889, minder begaafd), Johanna (‘Wâne’, 1891), Iman (1893), Jacoba (1895), Abraham (1896) en Iza (1901).

 

Wilhelmina van Sluys

Iman bezocht – en dan nog met onderbrekingen – gedurende drie jaar de openbare lagere school. Reeds op jonge leeftijd verrichtte hij landarbeid om het inkomen van z’n ouders wat aan te vullen. In 1916 trouwde hij met Wilhelmina van Sluys, de jongste uit een gezin van tien kinderen. Haar vader was kruier in dienst van de gemeente Kortgene (oorspronkelijk van ’s-Heerenhoek) en moeder bakerde. Deze had de school wel volledig doorlopen en stond de leergierige Iman bij toen hij zich wilde bekwamen in onder andere de boomteelt. Iman was los werkman, onder meer aan de kade van de haven van Kortgene en op het land. Ook was hij vlastrekker en hij verrichtte deze arbeid in het aangenomene. Verder snoeide hij knotwilgen en leverde hij een bakkerij bossen hakhout, legde hij tuinen aan en was hij loonsproeier. Tenslotte was hij een imker, die zelf z’n honing slingerde.

 

Op 8 oktober 1918 werd Adri geboren. Hij doorliep na de lagere school de ULO-school te Kortgene. Adri Heystek: “Deze werd bezocht door kinderen van boeren en middenstanders, zoals de schilder, bakker, molenaar, enz., alsmede van enige ambitieuze ouders. M’n vader wilde me echt stimuleren. Ik weet nog dat hij zei: Goed leren hoor, want je kunt nog altijd in de boomgaard terecht. Dat vond ik geen aanlokkelijke gedachte.” Adri was al op de ULO een uitblinker. Hij maakte daarna – zeer ongebruikelijk – de overstap naar de Rijks-HBS in Goes.

 

Iman was ook leergierig, zoals al is gezegd, Hij deelde zijn bijzondere interesse voor de natuur onder andere met dokter Gelderman. Het was de basis voor een langdurige vriendschap. Samen correspondeerden ze onder andere met de beroemde Jac. P. Thijsse.

Vriendschapsbanden had Iman ook met notaris Klop. Dat een los werkman omgang had met een dokter en een notaris was toen ongewoon. Iman was echter een innemend en intelligent persoon en er was een gemeenschappelijke interesse over de natuur. Standsverschillen verhinderden niet dat er bijzondere vriendschapsbanden groeiden.

 

In 1937 kocht het echtpaar Heystek een winkeltje in kruidenierswaren en fruit in de Voorstraat van Kortgene. Het gezin kwam tot enige welstand. Adri was hierdoor in de gelegenheid te gaan studeren in Delft. Het winkeltje werd in 1961 aan de kant gedaan. Drie jaar later overleed mevrouw Heystek-van Sluys. Iman werd 90 jaar, overleed op 25 november 1983.

 

Grote tegenslag

 

“Op 3 september 1899 kwam de grote tegenslag, heel onverwacht. Ik moest in november zes jaar worden. Adriaan was koewachter. Hij kreeg om de drie weken een vrije zondag. Toch moest dan op de koeien worden gepast. Izaak die vijftien was, zou in Adriaans plaats komen. Het was die dag erg warm, dus gingen de jongens zwemmen. Het noodlot wilde, dat Izaak verdronk. Vader en moeder waren toen bij grootmoeder Versluis op Kamperland. Ik alleen was bij hen. De droeve mededeling werd vader gedaan, toen hij met mij aan de hand op de kaai stond. Een oom kwam met een witte pony voor een karretje de tijding brengen. Moeder moest de boodschap in de kerk horen.

 

De consternatie was groot. Met het wagentje zijn we naar de plaats des onheils gereden en nog zie ik hoe een schipper Izaak uit het water haalde. Het was een onherstelbaar verlies, ook financieel een klap want deze jongen begon juist voor die tijd aardig te verdienen. Het medeleven was erg groot, dat heb je op zo’n dorp, maar het hielp weinig. Moeder is nooit de oude geworden. Een paar jaar later werd Iza geboren, wat afleiding gaf. Maar de naam Iza, afkorting voor Izaak, heb ik moeder nooit horen noemen.”

 

Wordt vervolgd