De vondst dat onze “stamvader” Lodewijk Heysteckx niet uit Uitwijk komt maar uit Bergeijk, is iets waar je als genealoog altijd naar uitkijkt. Het is het stukje van de puzzel dat ontbreekt en waarvan je hoopt dat je het eens vindt. Eindelijk na ruim dertig jaar speuren is er een doorbraak gevonden in onze genealogische speurtocht.

 

We weten dat er een Heijstek-tak is in Hapert (jaar 1400) in Budel (jaar 1625) en in Uitwijk (jaar 1634). Nu is er voor het eerst een relatie gelegd tussen Uitwijk en de omgeving van Hapert en Budel door nieuwe ontdekkingen in Bergeijk; een plaatsje in de Brabantse Kempen.

 

In Uitwijk is tot nu toe Lodewijk (Louweris) Heijsteckx(1-1) onze stamvader.

1-1 Lodewijk Heijsteckx; kinderen van hem uit een onbekende relatie zijn:

2-1 Lauwerens Lodewijcksz

2-2 Meeuwis Lodewijcksz

2-3 Guiljaam Heijstek met Peterken Hendricx (Zeelandtak)

2-4 Henricx Laureys (Lodewijckxsz) Heijstecx

 

In Uitwijk was bekend dat Henrick Lodewijckxsz tot Arnemuiden compareert op 24 november 1634 om zijn broer Meus Lodewijckxsz tot Uitwijk te machtigen tot transport aan Gijsbert Pietersz de Hoogh van 1/6 in een huis en erf in Uitwijk, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Lauwerens Lodewijcksz.

 

In 1667 was Lodewijk (een zoon van Meeuwis 2-2) herbergier van herberg 'De Roskam' in Uitwijk. Dit blijkt uit akten van 9 mei en 26 oktober 1667.

In sommige archiefstukken wordt Lodewijk ook wel Louweris of Louwerens genoemd. Zo ook in het volgende voorbeeld: “… waarin Aert Willemsz. Cant uit Almkerk optreedt als vader van Lenaert Aartsz. Cant, drie personen uit Uitwijk, Andel en Rijswijk aanspreekt wegens een vechtpartij met messen en blessures ‘bij avont in joncspel en dans’ in de herberg van Louweris Meusz. Heijstecq”.

 

Bergeijk

De oudste vermelding van het dorp Bergeijk is uit 1137 toen de plaats voorkwam in de goederenlijst van de Sint-Jacobsabdij te Luik. Niet alleen de abdij, maar ook de kerk van Thorn had hier invloed. Terwijl Bergeijk ook een heerlijkheid was die tevens dorpen als Westerhoven, Riethoven, Dommelen, Borkel en Luyksgestel omvatte. De heren behoorden aanvankelijk tot het geslacht Van Eijk. Later kreeg de Hertog van Brabant geleidelijk meer invloed.

 

Bergeijk, Westerhoven en Riethoven behoorden tot 1468 tot de schepenbank van Eersel, maar daarna verleende Karel de Stoute aan Bergeijk het recht om een eigen schepenbank te benoemen. Hiervan maakten Bergeijk, Westerhoven, Riethoven, Borkel en Schaft en Dommelen deel uit.

 

Cijnsboeken een dankbare bron voor genealogen

Wat is een cijnsboek? Een cijnsboek registreert per perceel meerdere opeenvolgende eigenaren (de cijnsbetalers) met hun familiebanden, waardoor dit boek een bron van informatie is voor genealogen. De transcripties van een aantal cijnsboeken zijn beschikbaar en kunnen doorzocht worden, waarbij men er rekening mee moet houden dat de spelling van een naam soms anders is als verwacht. De cijnsboeken van de abdij van Sint Jacob behoren tot de oudste grondgoederen van Bergeijk.

 

Het cijnsboek is genoemd naar de abdij van Sint Jacob te Luik, die de cijns vanaf het begin (voor 1200) in bezit moet hebben gehad. De percelen in Bergeijk waarover de cijns moest worden betaald, liggen verspreid over Bergeijk (het merendeel op het Eikereinde) en Westerhoven, Riethoven en Borkel.

Bij het bestuderen van de cijnsboeken van Bergeijk kwam ik enige tijd terug tot mijn verbazing de volgende akten tegen:

 

 

folio 26v.

Willem henricx heystecx   voor henric Laureys heystecx voor Laureys sijnen vader voor Laureys heystecx voor Loyen die smet voor wauter Laureys belien soon voor jan janssen van de laer voor sijn moeder voor jan henric meeus soon voor peeter Daris soon voor henric jan slaets soon van de erffell dogevaert elen blocx vuyt eenen acker liggende met d’een sijde neven meus bacx erve, d’ander sijde lancx aen de wech.

 

folio 101v:

Jan adriaen van poppel voor lodewijck heystex soon voor die naebeschreven meriken op de helft van 0.5 vat sleyck Rog voor mariken die dochter jacop gijsen voor jacop gijsen voor henrick hogenhuys die jonge voor bernaert gelis voor bastiaen daris thonis daris soon voor peter cornelis voor henrick merten cum prolabus vercregen bij mary peters dochter van Achel voor haeren vader pro gertrude filia walteri meeus voor melis jan melis soon voor mathijs henrick kemelincx soon.

(opmerking: Laureys heystecx = lodewijck heystex)

 

Met deze twee voorgaande akten is het duidelijk dat de namen van onze stamvader die we eerder in Uitwijk tegen kwamen hun oorsprong in Bergeijk hebben. Hierna een voorbeeld uit het cijnsboek van Sint Jacob te Luik (1563-1650): post nr 29. waaruit blijkt hoe men tot zo’n conclusie komt.

“Heer en meester Peeter van Balen pastoir tot Bercheyck bij coope voor Huybrecht zoons Lijsken ende Dries Janssen voor meester Laureys van Brussel voor Margareta Huybrecht Back soon voor die 4 kynder Huybrecht Back soon voor (de) klerck van Peelt van der Poorten.”

Ende stellen die erffgenamen tot eenen onderpant huys en hoff ende aengelach gelegen metter eener sijde neffens des Abts van Sinte Jacob, dander sijde neffens een kerckstraetken, dand er eynde neffens Claes Elmpt 12 d(enarii) nov(alis).

In de tekst is het woordje ‘voor’ onderstreept. Met deze schrijfwijze (of in het Latijn 'pro') wordt telkens een nieuwe eigenaar aangegeven. In dit geval gaan er vijf eigenaren aan pastoor van Balen vooraf. Het waren er waarschijnlijk nog veel meer, maar de klerk, die hier overigens genoemd wordt heeft er wel een paar weggelaten. De Poorten of Portinc is waarschijnlijk het oorspronkelijke goed waar de cijns voor werd betaald. Het woord 'denarie' is de cijns in oude munt. Deze betaling werd omgezet naar een voor die tijd gangbare munt, zoals de stuiver.

 

Op folio 26v staat: Willem henricx heystecx voor Henric Laureys heystecx voor Laureys sijnen vader voor Laureys heystecx. Hieruit is de conclusie getrokken dat Henric Laureys Heystecx de zelfde persoon is als in Uitwijk (2-4). Alleen is deze Henric Laureys Heystecx vertrokken naar Arnemuiden. Laureys sijnen vader zou dan de Lodewijck Heijsteckx (1-1) uit Uitwijk moeten zijn.

 

Datering

In het cijnsboek waaraan de informatie is ontleend, staat dat het een kopie is van een ouder cijnsboek van het jaar 1563. Het betekent echter niet dat het cijnsboek ook in dat jaar is geschreven. Het cijnsboek is vermoedelijk, in 1655 of kort daarna, ontstaan. Hierbij is dit oudere cijnsboek als hulp gebruikt, waarbij de eigenarenlijsten zijn aangepast en geactualiseerd aan de bezitstoestand omstreeks 1655. Het cijnsboek bevat geen doorhalingen of betalingstekens en is dus niet in gebruik geweest ter registratie van cijnsbetalingen of bezitsveranderingen, maar eerder om het cijnsbezit te reconstrueren.

 

Lodewijckx Heysteckx vertrekt naar Uitwijk

De jaren voor 1655 waren rampjaren voor Bergeijk. In de periode 1587-1592 was het toen nog aanwezige kasteel van Bergeijk permanent bezet door Spaanse troepen, die in Bergeijk en omstreken veel schade aanrichtten. Aan die toestand kwam in 1592 een einde toen het kasteel door Prins Maurits werd veroverd. Hij was toen op terugtocht van Maastricht dat hij tevergeefs had proberen te belegeren. In dat jaar werden de versterkingen rond het kasteel van Bergeijk gesloopt en men mag aannemen dat er in de jaren na 1592 een verbetering is opgetreden in de economische toestand te Bergeijk.

Een herstel van de cijns in 1595 zou heel goed passen in dit verhaal. Het is evenwel ook mogelijk dat de cijnsinning bleef doorgaan, maar dat na 1566 een aantal cijnzen niet konden worden geïnd, omdat de inwoners naar elders waren vertrokken, bijvoorbeeld als gevolg van de oorlog. Aannemelijk is dat deze onveilige situatie de aanleiding is geweest dat het gezin van Lodewijckx Heysteckx of zijn gezin naar Uitwijk is vertrokken.

 

 

 

 

 

 

Verder kwam ik nog diverse aanvullingen tegen in de overige cijnsboeken en uit de schepenbank van Bergeijk. Deze genealogische aanvullingen bewaar ik voor een volgende publicatie.

 

Geschiedenis van Bergeijk

De website www.geschiedenisbergeijk.nl biedt informatie over de geschiedenis en de cultuurhistorie van Bergeijk en de omliggende kerkdorpen Riethoven, Westerhoven, Dommelen, Borkel en Schaft en Luyksgestel. De site is ontstaan uit een samenwerking tussen de Stichting Eicha en de Heemkundekring Bergeijk.

 

Verantwoording:

Deze publicatie is een verdere uitwerking van een artikel dat eerder in de Heijstek Digitale Nieuwsbrief heeft gestaan.
De illustraties voor deze publicatie zijn welwillend beschikbaar gesteld door de redactie van geschiedenisbergeijk.nl.