Als professor Barabas echt had geleefd, hadden wij met zijn teletijdmachine een reis terug in de tijd kunnen maken. Helaas, het is een hersenspinsel van striptekenaar/schrijver Willy Vandersteen waar we het mee moeten doen. Hoewel? Maak je een foto, dan bevries je op het moment van afdrukken de tijd. Blader je door een fotoalbum dan ga je terug in de tijd. Dankzij de fotografie behouden we beelden van voorgaande jaren en kunnen we nu terug gaan tot het jaar 1826. Toen slaagde de Franse uitvinder Joseph Nicéphore Niépce er in een optische foto te maken van het uitzicht vanuit zijn kamerraam. Een historisch moment. Om een beeld te kunnen vormen hoe de wereld er voor die tijd heeft uitgezien, moet je nu musea bezoeken om daar schilderijen of prenten te bekijken.

Wie nu wenst te weten wie de eigen voorouders zijn of hoe die geleefd zouden kunnen hebben, die begeeft zich op het terrein van de genealogie. Dankzij het internet tegenwoordig een toegankelijke bezigheid waarbij het fysiek bezoek brengen aan een archief vrijwel niet meer nodig is.

Uitwijk

Het internet biedt de geïnteresseerde veel mogelijkheden om bronnen aan te boren. Vanuit een gerieflijke stoel is het mogelijk oude kaarten op een computermonitor te presenteren. Zo is het via de website Topotijdreis mogelijk om tot het jaar 1815 terug in de tijd te gaan om zich een beeld te vormen hoe een bepaalde plaats er toen heeft uitgezien. Klik hier voor de genoemde kaart.

Hollands Brabant is het gedeelte van de huidige provincie Noord-Brabant dat historisch bij het Graafschap Holland hoorde. Door de Sint-Elisabethsvloed van 1421, waardoor ook de Biesbosch ontstond, werd dit gebied, waar de landbouw en de handel op Dordrecht gericht waren, gescheiden van de rest van Holland. De grenzen zijn in de loop van de tijd ook niet altijd stabiel gebleven. Later werden ook het Land van Altena en het Land van Heusden bij dit gebied gerekend. In de Franse tijd werd het gebied ingedeeld onder wat later Noord-Brabant zou worden. Toen in 1814 de oude provincies werden hersteld bleef Hollands Brabant bij Noord-Brabant; het Land van Altena werd in 1815 aan Noord-Brabant toegevoegd.

Hoe heeft Uitwijk en omgeving er in 1815 uitgezien? Willem Corsten Heijstek woonde daar met echtgenote Hendrina van der Beek en hun achttien kinderen. Hoe veranderde de omgeving ten opzicht van 2019? Als agrariër verdiende Willem een inkomen voor zijn gezin. Bouwman noemde men dat in die tijd. In dat beroep was hij een van de velen. In de 18e eeuw vormde de boerenbevolking het grootste deel van de bevolking. Werk was er voldoende. In die tijd werkte men volgens het drieslagstelsel. Men sprak dan van winterslag, zomerslag en braak. In de winterperiode werd op een derde deel van het beschikbare land boekweit of rogge verbouwd. In de zomer werden op een ander deel voedergranen of peulvruchten gezaaid. Het laatste derde deel liet men braak liggen.

Uitwijk in het Land van Altena anno 1815

Ongetwijfeld kende Willem ieder paadje tussen de velden en de akkers. Als hij nu geleefd zou hebben, zou hij zich nog redelijk kunnen oriënteren. Wat hem wel zou opvallen is dat de dorpen Neer Andel en Op Andel zijn samengevoegd en het dorp nu gewoon Andel heet en dat Uitwijk met andere nabijgelegen dorpen thans gezamenlijk de gemeente Woudrichem vormen.

Uitwijk in het Land van Altena anno 2019

Rotterdam

Hoe anders zou het zijn voor de Rotterdamse familie Heijstek-Zilles? Maarten Johannes Heijstek was in 1843 geboren en huwde in 1862 de in Rotterdam uit Duitse ouders geboren Ludovica Cecilia Sophia Zilles. Maarten werkte als pakhuisknecht. Een veel voorkomend beroep in Rotterdam. Samen werden zij de ouders van elf kinderen die niet allen een respectabele leeftijd zouden bereiken. Na het huwelijk woonden zij aan de Breedstraat en het centrum van de stad niet ver van de Rotte, het water waar Rotterdam ooit naar werd vernoemd. Het zal geen grote woning zijn geweest. In die tijd bestond het centrum van Rotterdam uit een veelheid van sloppen en stegen waar grote gezinnen vaak erbarmelijk in (te) kleine huisjes woonden.

In 1881 betrok het gezin een groot pand aan de Baan 68. Een huis met meerdere verdiepingen met beneden een paardenstal en boven een hooizolder. Tot aan zijn overlijden heeft Maarten daar gewoond. Wim Heistek schreef uitvoerig over dit pand. Klik hier om meer te lezen over Baan 68.

Als Maarten Johannes Heijstek nu zou leven, zou hij dan de binnenstad van Rotterdam nog herkennen? De kans daarop is klein. Op de 14e mei 1940 werd het centrum van Rotterdam zwaar gebombardeerd. Een vuurstorm volgde en het historische centrum van de havenstad werd vernietigd. Ook de woning aan de Baan 68 werd door bommen getroffen en geheel verwoest. Daarbij ging een belangrijk deel aan familiegeschiedenis en documenten verloren. Zie de afbeelding van het gebombardeerde huis in de voornoemde publicatie.

Al tijdens de oorlog werd het puin geruimd en plannen gemaakt voor de wederopbouw van de stad. Maarten Heijstek zou nu zijn huis niet meer kunnen terugvinden.

Rotterdam anno 1861; pijl geeft de Baan aan

 

Rotterdam anno 2019

Tachtig jarige oorlog

Net als de Rotterdamse familie Heijstek ondervond ook Lodewijk Heijstek nadelen van oorlogshandelingen.

Hoewel er ook in de jaren voorafgaande aan het jaar 1570 personen met de naam Heijstek bekend zijn geworden, beschouwen we nog steeds Lodewijk Heijstek als stamvader van de familie. Zijn nageslacht is vastgelegd in de stamboom die op het internet is te raadplegen. Klik hier om toegang te krijgen tot het openbare deel van de stamboom.

De genoemde Lodewijk Heijstek werd rond het jaar 1570 in Bergeijk geboren, een dorp in de Brabantse Kempen. In die tijd was het daar alles behalve rustig. Er heerste een religieuze strijd tussen verschillende godsdiensten. In de Meierij werden Hagenpreken gehouden en er vonden Beeldenstormen plaats waarbij veel voorwerpen, wat wij nu cultureel erfgoed zouden noemen, verloren zijn gegaan. Spanje wilde meer greep krijgen op het kerkbestuur dat tot dit moment onder het bisdom Luik en aartsbisdom Keulen viel. Beide bisschopssteden lagen buiten het door Spanje beheerste gebied.

Het dorp Bergeyk 1570

Er gebeurde veel in die tijd. Willem van Oranje stak in 1568 bij Stokkem de Maas over en bedreigde Maastricht en Tongeren, maar het kwam niet tot een aanval. De Luikse stad Sint-Truiden opende de poorten voor Oranje, maar nabij de grens tussen Brabant en Luik werd hij verslagen. In diezelfde periode was er sprake van een pestepidemie in Turnhout. Voor velen voldoende redenen om het “geluk” elders te zoeken. Het jaar 1568 wordt gezien als het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648).

In 1570 kondigde Alva een algemeen pardon af voor de protestanten als ze zich verzoenen met de RK kerk. De bisschop meldde dat zich in het bisdom Den Bosch 6000 mensen hadden verzoend, maar klaagde later wel dat ze zich niet allemaal aan de regels hielden. In het bisdom zouden alleen nog protestanten zijn in Den Bosch, Eindhoven en drie of vier dorpen er omheen.

Hollandse steden verzetten zich tegen de Spaanse overheersing. In 1572 veroverden de Watergeuzen Den Briel waarna andere overwinningen op de Spanjaarden volgden.

Soldaten in Spaanse dienst onder Holstein plunderen rond Den Bosch. Daarna halen ze Heusden volledig leeg. De tegenactie van Oranje bleef beperkte zich tot het plunderen en verbranden van Hilvarenbeek.

Bergeijk lag min of meer op het grensgebied waar strijd werd gevoerd door de Staatse partijen en de Spanjaarden. Op het kasteel in Bergeijk woonde Johan van Esch, kwartierschout van Kempenland In Bergeijk bevonden zich 600 eigen koningsgezinde soldaten, die rond het kasteel waren ingekwartierd. In de jaren daarna werden kloosters en verscheidene dorpen door de Spanjaarden verwoest. Gijzelaars nemen was “normaal” aan beide zijden in de oorlog. De gegijzelden moesten worden vrijgekocht waarna loon aan soldaten en officieren kon worden betaald. Verdriet, ellende en wanhoop manifesteerde zich bij veel inwoners.

De grens tussen de Spaanse en Staatse groepen werd gevormd door het Oude Maasje. Zes Hollandse dorpen van de Westelijke Langstraat werden door de Spanjaarden bezet. In het Land van Heusden en Altena heersten de Hollanders.

Tussen 1579 en 1590 sloeg de bevolking meerdere keren massaal op de vlucht richting het Land van Heusden en Altena. Mensen proberen zoveel mogelijk van hun have en goed mee te nemen waarmee legeronderdelen hun buit zagen vertrekken. Vluchtelingen werden achtervolgd, beroofd, verkracht of vermoord voordat ze de Oude Maas konden oversteken.

Het ligt voor de hand te veronderstellen dat ook Lodewijk Heijstek bij het ouder worden voldoende reden zag te verhuizen naar een rustiger omgeving. Die dacht hij te vinden in het meer westelijk gelegen gebied van Heusden en Altena. Mogelijk was Lodewijk dus een van de vele vluchtelingen. Vastgesteld is in ieder geval dat hij op enig moment is het kleine dorpje Uitwijk kwam te wonen.

Uitwijk rond 1600

In documenten in het jaar 1600 zijn we de naam van Lodewijk Heijstek als inwoner van Uitwijk tegen gekomen. Hij was toen ca. 30 jaar. Heel veel meer weten we jammer genoeg niet van hem. Of hij daar rustig heeft kunnen wonen is een te beantwoorden vraag. Met wie Lodewijk een relatie onderhield is niet achterhaald. Wel is bekend dat hij in Uitwijk vier zoons heeft gekregen en dat nadien tot in het begin van de 21e eeuw er altijd een Heijstek in dit dorp heeft gewoond.

Bronnen

https://www.wikiwand.com/nl/Hollands_Brabant

https://www.wikiwand.com/nl/Hollands-Brabants

https://www.entoen.nu/nl/noord-brabant/waalwijk/holland-brabant-een-open-grens

http://members.ziggo.nl/tonlensvelt/Publiek/80jarigeoorlog.html

http://kempenland-historie.nl/Tijdbalk%20ca1540-ca1650.html

https://www.brabantserfgoed.nl/page/4672/tachtigjarige-oorlog

http://www.oldmapsonline.org/

https://www.wikiwand.com/nl/Tachtigjarige_Oorlog

https://www.entoen.nu/nl/noord-brabant/waalwijk/klem-tussen-twee-vuren